Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


In Augustus 1853 had men de taalkundige ketterij nog niet oogluikend doen voortwoekeren, waardoor het eenvoudige bijvoeglijk naamwoord: ~net~ later eene geheel nieuwe en allerburgerlijkste beteekenis kreeg desniettemin zou men met volkomen gewetensrust hebben kunnen volhouden, dat deze mooi opgedirkte kleermakersbaas een der »netste" menschen uit de residentie mocht geschat worden.

En toen ik de aardige, kleine, opgedirkte nesans den gewonen groet "ohaio!" toeriep, kon ik over mijn succes als komiek bepaald tevreden zijn, want het lachen en gichelen der vroolijke, kleine meisjes wou toen maar niet eindigen. Toen ik een school voorbij ging, was het juist pauze.

Petersburg, onder andere overtolligheden, ook een Mayor: de kantonrechter; de knappe, opgedirkte, veertigjarige weduwe Douglas, een goedhartige ziel die er warmpjes inzat en wier op den heuvel gelegen heerenhuis het eenige paleis der plaats uitmaakt, het onbekrompenste huis waarop St.

Wij praten en drinken thee, en al pratend daagt voor mij op het beeld van de gasten die hier vroeger plachten te zitten, kinderen der wereld en der ijdelheid; vette, luidruchtige kooplui met hun opgedirkte vrouwen of hun geblankette liefjes.

En ziet ze wandelen, pronken in pracht van hun Sabbathkleeren! hoe de Kalverstraat, de café-straten, de drukke pleinen door hen overbevolkt worden! Maar in de Jodenbuurten zelf is het niet minder druk van opgedirkte Sabbathvierders. Alles leeft dan weer op de straat.

De mannen in de galerij hadden hunne jassen en vesten uitgetrokken en over de balustrade gehangen. Zij schreeuwden elkaâr over en weêr toe, deelden hunne china'sappelen met de viezig opgedirkte meisjes naast hen. Een paar vrouwen gilden en lachten in de pit. Haar stemmen klonken ruw en schel. Geluiden van ontkurkende flesschen kwamen van het buffet.

Een kantoorklerk met verwijfd gezichtje huppelde parmantig met een breedheupige, opgedirkte vrouw. Een werkman plompte met de voeten als een bakker die rogge trapt. We keken toe en werden bediend. De warmte was ondragelijk, de consumptie onbruikbaar. Er volgde een wals. De paren draaiden rond, dicht naast elkander. De mannen dansten gebogen, met den rug gekromd tot een stompen hoek.

Om te beginnen: het is niet juist, dat wanneer Rousseau zijn persoonlijke ervaring in beeld brengt, het holle pathos, de opgeschroefde gezwollenheid afwezig zouden zijn. Integendeel, ik beweer: in het autobiographisch werk zijn ze er pas goed, in gezelschap nog wel van hun valsch opgedirkte en geblankette zuster: de pose.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek