Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Zijn aanschijn was als van een man die leed: 't Leek of hij tegen eigen wenschen vocht, Wijl, 't hoofd omlaag, of hij te mijden zocht Der menschen blik, hij zuchtend verder schreed. Hij zag me, en bij den naam riep hij mij toe, Zeggend: "Ik ben uit dit ver oord gekomen, Waar door mijn wil de Liefde uw harte bindt; En 'k peins waar 'k nieuwe vreugden voor u vind."
Maar wonder! hij kwam geen enkele vrouw tegen, noch aan de Sneekerpoort, noch in de Witheerensteeg en eerst op het Hoog schreed iemand hem voorbij. Het was een vrouw. Ze liep vlak langs hem heen, en stiet hem in de zij. Er rinkelde iets. 't Fleschje in zijn zak werd gebroken, en hij gevoelde, dat het drankje wegvloeide. Wat was dat jammer! Hij vertelde het zijn vrouw dadelijk, toen hij thuiskwam.
Onder het geknetter van die geweldige vuren, onder het geraas van krakende gewelven, het neerploffen van brandende balken, het donderend ineenstorten van gloeiende ijzeren daken, schreed de Keizer voort... Boven hem vormden de vlammen, door den wind gekromd en neergebogen, een gloeiend verwulf... Men liep op een grond van vuur, onder een hemel van vuur, tusschen twee muren van vuur!
Sprakeloos van smart nam Sigmund teeder het lichaam van zijn zoon in zijn armen, en schreed uit de hal naar de kust, waar hij zijn kostbaren last in een bootje legde dat een eenoogige bootsman op zijn roepen bracht. Hij zou zelf ook gaarne aan boord zijn gegaan, maar eer hij dit kon doen, stiet de bootsman af en het ranke vaartuig was uit het gezicht.
Ik deed mijn pligt; doe gij den uwe of wat ge daarvoor gelieft aan te zien! Genoeg! zei Akbar, nog nauw bekomen van zijne drift, ik begeer uw leven zoo min als uw dood. Ga heen, en ongedeerd: maar waag het niet, mij ooit weer onder de oogen te komen! Zonder antwoord of groet keerde Abdal Kadir zich om, en schreed met opgeheven hoofde en trotschen blik naar den uitgang van het vertrek....
Langzaam liep ze naar haar bed terug, doch ze wendde zich, zoodra ze weer lag, met het gezicht naar de kist, welke bleef staan. Ze dacht: "Dus moet ik sterven." En ze sliep niet. Korten tijd daarna kwam een man binnen. Hij was gekleed in een rooden hemdrok. Hij bleef even zwijgend staan, en schreed toen rustig naar den schoorsteenmantel.
Fray Sibyla scheen zeer voldaan; hij schreed rustig voort en op zijn samengedrukte en fijne lippen was geen minachting meer te lezen; zelfs verwaardigde hij zich met de manke doctor De Espadaña te praten, die met monosyllaben antwoordde, want hij stotterde een beetje.
Men nam den bewusteloozen ruiter op en bracht hem naar eene veilige plaats. Ongeluksprofeten zagen in het gebeurde een slecht voorteeken; er waren er zelfs die beweerden, dat het beter ware de plechtigheid niet te laten doorgaan. Doch de stoet schreed verder, langs den Pelasgischen muur rondom de akropolis naar den ingang des burchtheuvels.
Toen de prior dit gezegd had, nam hij het valsche beeld in zijn handen, schreed de kerk door en opende de groote hoofddeur. Daar trad hij op het terras. Beneden hem lag de hooge, breede trap met honderd negentien marmeren treden, die van het Kapitool als naar een afgrond leidt.
Onzeker bleef hij in het voorhuis staan, want hij wist niet, aan welke van de vele prachtige deuren hij kloppen moest, tot archivaris Lindhorst in een wijd damasten morgengewaad te voorschijn trad en uitriep: „Kom, dat doet mij genoegen, Mijnheer Anselmus, dat u eindelijk woord houdt, volg mij maar, want ik wil u nu maar dadelijk in het werkvertrek brengen.” Toen schreed hij snel het lange voorhuis door en opende een kleine zijdeur, die in een gang voerde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek