United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij lachte schamper om haar genoegens, haar bals, haar cavaliers, en eindigde met een opgeschroefden zin, alsof hij haar vrienden wilde nadoen. Het antwoord op dezen brief liet lang op zich wachten. Tolstoi werd onrustig, hij schreef weer, maar nu op een anderen toon, vroeg om vergiffenis en werd weer in genade aangenomen.

En hij wist niet wat hij zou doen, wat hij zou zeggen; hij zag alleen Otto voor zich... Hoe heeft ze het kunnen doen? Hoe heeft ze het kunnen doen? dacht hij slechts. Is het zoo beter? vroeg Betsy zacht. Eline lachte schamper en minachtend. Beter... neen... maar het is toch wel koel... dat water... Wil je iets drinken? Dank je... Zij snikte niet meer, maar steeds bleven de tranen vloeien.

Ik wiegel op mijn slanken steel als een riethalm. Ik ben prachtig rood als de lijsterbessen en sierlijk gespikkeld. Ik ben schooner dan allen. 'Stil! zeide Johannes, die hen wel kende van vroeger dagen: 'gij zijt beiden giftig. 'Dat is een deugd, zei de vliegenzwam. 'Zijt gij een mensch bij geval? bromde de dikke schamper. 'Dan mag ik lijden dat gij mij opeet. Dat deed Johannes echter niet.

"Heureux mortel!" voegde hij er bij, het hoofd schuddende en mij schamper aanziende. "Ik vraag u om verschooning, Mejuffer! Maar waarom heeft de Heer Huyck mij niet terstond gewaarschuwd, dat ik vergeefsche moeite deed?"

Allen berstten uit in schamper gelach. Als men dáárnaar luisteren zou! Nu, wat men in zoo'n winkel zegt! Uiliger heb ik 't nooit gezien! Begryp je dan niet dat zoo'n man bly is als-i z'n bedorven goedje van-de-hand kan zetten? Maar, jongen, ben je dan niet recht wys? Wat is er aantevangen met zoo'n kind!

Maar de vreemde, die zijn knevel liet inkorten, had schamper gelachen, en uitgeroepen: "Nu, dan hebt ge meer dan eenenzeventig jaar gewoond in "een nest" en "een gat"!" Grootvader beefde hoe langer hoe heviger, terwijl hij dit aan grootmoeder vertelde. Het was aan het eind niet om aan te zien, hoe hij beefde. Vooral zijn beenen en zijn lippen. Grootmoeder zeide: "Grootvader moet naar bed."

"O!.... nou!.... en wat dan?" vroegen zwijgend de twee paar diepe, zwarte oogen van moeder en Ant. "De Juffrouw laat om de veertien dagen wasschen.. 'k ken geen veertien dagen wachten," zei Sprotje bot. De oogen der moeder verzachtten in een aarzeling: ja.... als 't zoo zat.... Maar Ant begon te lachen. "O! dat kenne we," zei ze schamper.

De oude baljuw verschrikt niet weinig, als hij den horlogemaker daar ziet. "Dat is mij onverklaarbaar!" roept hij uit. De overste lacht schamper in zich zelven en zegt dat het, naar hij hoopt, niet lang onverklaarbaar zal blijven; hij spreekt daarop een paar woorden heimelijk met den adjudant en verlangt den sleutel van de slot-gevangenis.

"Ei! ei!" zeide Andries, den waard schamper aanziende: "jij zelt ook zooveel klanten krijgen as er op het spil van den bramtop kunnen staan, as je 't zoo anleit; en een man, die, zoo als ik, een echt Gooierskind ben en nog bovendien al de eilanden van de Westinjes zoo goed ken as jij den weg naar je kelder, beletten wilt een klein, eerlijk vechtpartijtje te hebben.

Scherp laakt hij het in de edelen, dat zij hun goed geven aan rabouwen, meistreels en herauten, opdat deze hen zullen prijzen en hun lof overal verkondigen; een mooie lof, voegt hij er aan toe, die door "knechten en boeven" gegeven wordt! En in zijn Lekenspieghel klinkt het nog eens schamper: zoo zijn de "yrauden": noode komen zij thuis eten, als zij het elders gratis kunnen krijgen .