Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Toen Prexaspes zijn paard wilde bestijgen, fluisterde Sappho hem in: »Pas toch goed op hem en herinner den waaghals, dat hij vrouw en kind heeft, zoo hij zich soms noodeloos in gevaar mocht willen begeven!" »Te Pelusium moet ik hem reeds verlaten," antwoordde de gezant, terwijl hij, om de blikken van de jonge vrouw te ontwijken, zich hield als herstelde hij iets aan het tuig van zijn paard.
De vader van Sappho had zijne vaderstad Phocaea tegen de legers van Cyrus helpen verdedigen. Deze omstandigheid stelde de jongeling zeer behendig op den voorgrond.
Sappho zelf vervaardigde zóó prachtige gedichten, dat men van haar niet sprak als van "een dichteres", maar als van "de dichteres". Een schoone gedachte wordt door haar uitgedrukt in de volgende woorden: "De sterren, die schittrend aan 't hemeldak staan, Verbleeken, en 't is met haar luister gedaan, Zoodra volle maan heel den hemel verlicht, En ons doet bewond'ren haar zilveren gezicht."
Hij ontweek den blik der kranke niet, bukte nogmaals om eenen lotusknop, dien zij hem had toegeworpen, op te rapen, en baande zich toen met alle inspanning een weg door het volk, welks opmerkzaamheid hij in hooge mate begon te trekken. Een kwartier later zat hij in eene boot, die hem naar Sappho en ter bruiloft moest voeren.
Toen het koeler begon te worden, nam hij van Sappho en het kind, dat op Melitta's armen sliep, een kort maar hartelijk afscheid, beval zijne vrouw zoo spoedig mogelijk naar Cassandane te vertrekken, riep zijne schoonmoeder nog schertsend toe, dat zij zich ditmaal in de beoordeeling van een mensch, namelijk van zijn broeder, toch zeer vergist had, en wierp zich in den zadel.
Mijn vader gaf ze mij tot belooning toen ik den eersten beer met eigen hand geveld had . Zij was tot dusver het liefste, wat ik had, thans moet gij haar van mij aannemen, want van nu aan is mij niets zoo dierbaar als gij!" De jongeling nam de keten met de ster van zijne borst, en wilde het meisje dit kleinood om den hals hangen. Sappho bleef echter dit kostbare geschenk weigeren.
Mijn vader had wel honderd slavinnen, doch inderdaad slechts éene vrouw, onze moeder Cassandane." »En zal ik dan uwe Cassandane zijn?" »Neen, mijne Sappho, want wat gij nu mij zijn zult, dat was nog geene gade van haar echtgenoot." »Wanneer komt gij weder om mij met u te nemen?" »Zoo spoedig ik maar kan en mag." »O, ik zal geduldig wachten." »En zal ik ook tijding van u ontvangen?"
Melitta opende de poort, en geleidde kort daarop een rijkuitgedost jongeling met blonde haren door den tuin. Sappho verroerde zich niet; zij was in stomme verbazing over deze haar geheel vreemde kleederdracht en de zeldzame schoonheid van den Perzischen koningszoon. Want deze was 't die in den vroegen ochtend Rhodopis kwam bezoeken. Zij kon hare oogen niet van zijn gelaat afwenden.
»Verlaat ons!" gebood zij de slavin op strengen toon. Daarop plaatste zij zich voor hare kleindochter, legde de handen op hare schouders, en zeide: »Zie mij in de oogen, Sappho! Kunt gij mij nog even helder, even kinderlijk rein aanzien, als vóor de aankomst van dezen Pers?" Het meisje zag lachend en met open gelaat tot hare grootmoeder op.
't Doet mij genoegen, dat gijlieden mij toch nog den tijd laat, om mij van het dochtertje van dezen satraap te verzekeren, en nog eens het Cybele-bosch te bezoeken, waar ik reeds sinds lang naar verlang. En nu goeden nacht, Bartja! Slaap morgen een gat in den dag. Wat zou Sappho wel zeggen, als gij met zulke bleeke kaken en zulke fletse oogen tot haar kwaamt!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek