Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Ze zag dat Sörge, in eene vlugge mijmering verzonken, niet eens opkeek en dat zijne hand iets zoetekens bestreelde dat nauw zichtbaar opbultte in den binnenzak van zijn rok. Toen werd de deur van het kleine saletje opengeduwd en daar stond, bleek en zwart-gebaard, een wilde, haast onherkenbare Simon.
Sörge nam dan haar klinkend hoofdje in beide handen en rook de diskrete geuren van haar puur-gouden haar. Een ander maal wilde ze op zijne knieën zitten.
Hij bleef heel lang, tot hij, in de verste geneugten van zijn mikkenden geest verwijlend en met de oogen toe, de palen taakte van het mogelijke denken. 't Was dan of hij sliep .... Takker wekte hem uit dien ongemeenen slaap met de onverwachtste boodschap: Florjan Pacôme! En Sörge, door woede gejaagd, sprong op. Mijnheer Florjan Pacôme deed eene zeer aanmatigende intrede.
Hij deed inspannen en vertrok vroeger dan hij besloten had. Hij reed tot bij Sörge, waar hij vernam, dat mijnheer en mevrouw seffens na etenstijd vertrokken waren. Hij vroeg niet wanneer ze thuis kwamen. Hij wist ook niet wat hij eigenlijk bij Sörge kwam doen. 't Was een redelooze inval. Hij reed verder zonder zijn kaartje na te laten. De avond was niet zoo koud meer.
Vreemd ging hij Sörge in de oogen zien. Hij groette. Niemand sprak. De deur viel zwaar op zijne hielen dicht. O God! .... o God! huiverde Francine. 't Was of zij voelde dat zij hem nooit meer zoude weerzien. Ze keek ontzet naar den grooten traan, die op hare hand lag en om wiens ronde randen het gele luchterlicht ontelbare starretjes liet spelen. De winter was niet onbarmhartig geweest.
Sörge behandelde hem overigens met een smaakvolle en nauwgezette zachtheid en stichtte nooit, door te groote scherpheid of te bijtende scherts, een voorwendsel dat Verlat aanwenden kon om zich, in een opwelling van gekrenkte eigenliefde, aan de dwingende overmacht van zijn vriend te ontrukken.
In den beginne van Mei kwam Rupert Sörge met de goede tijding dat ook de ouders van Simon Peter bij hun zoon zouden toegelaten worden. Hij bleef dien dag mee soepeeren en was aan tafel zeer opwekkend en zeer kiesch. Francine, integendeel, kon eene groote verslagenheid niet bergen. Na het eetmaal wilde ze over Simon praten. Hare stem faalde en tranen schoten haar in de oogen.
Zonder omwenden: Laat mij, vraagt zij teleurgesteld, mijnheer Sörge hier dan alleen over aan de vreemde dingen van dees onbekend huis? Wij kwamen gisteren aan, in den avond .... Maar Mariëtte vertelt algauw, dat hij terug is van zijn rijtoertje en in den tuin wacht, tot hem mevrouw binnenlaat. Dan is ze weer blij.
De zon zat hooger, sloeg kortere, blauwere schaduwen over de lanen. De kloeven klonken hard. Die oudjes, sprak Sörge, beklaag ik zeer. Wat met dien armen Peter gebeurt, is waarlijk ellendig. Ik herinner me dat ik Ernest van dat alles verwittigd heb. Hoe! mijnheer Sörge, riep Francine, wist ge wat er toegaan moest? Ik wist niets, niets, maar ik vermoedde het al.
Eene onpasselijkheid van mevrouw Verlat zal Ernest niet overhoop werpen, denk ik. Hebt ge niets over Sörge gehoord? Ernest zei me gisteren: ge hoeft aan Rupert niet te vertellen wat hier omgaat. En daar ik vroeg: wat gaat hier dan om? snauwde hij me toe dat ik er niets kon aan hebben. Mooi! .... Enfin, 't is daarginds een onverdraaglijke boel geworden. Het spijt me voor Vere .... O ja!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek