Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot plots het alleronverwachtste gebeurde... Er knalde iets... Vreemd geluid, vreemd toovergeluid in de eenzame wereld van heuvelen, vlakte, wolken en woud.... Er knalde iets, vermoedelijk aan het Scaec... En uit het Scaec, ter zijde, ontplofte een blauwe damp, dadelijk verijlende in de blauwere lucht...

En zien wij nu in den spiegel. Het blauwere licht uit den hemel valt in ons trouwe glas, dat ons vaak onze winterfacie weêrspiegelde. Die winterfacie... wij hadden ons er aan gewend; het was een eenigszins ernstige, bedrukte winterfacie, die, als zij geschoren, gewasschen, verzorgd was een zekere deftige gerezigneerdheid vertoonde aan den (beroerden) winter... Nu, dat wij echter in de lentestemming blikken in ons spiegelglas, met een beetje naïve vreugde in oog en glimlach, nu... schrikken wij van het ons toe gekaatste lente-gelaat, dat ons eigen schijnt te zijn! Ons teint is er met den winter niet rooskleuriger op geworden, enkele hanepoten méer om onze oogen zijn niet te ontkennen of zoû het alleen de weêrschijn zijn van dat onbefloerste lentelicht? en geheel onze naïef vreugdige uitdrukking heeft iets... belachelijks verkregen, bijna zoo belachelijk als de lenteverzen zijn van onzen armen stakkert van een dichter. Enfin, wij zullen bij alle deze kleinigheden nu maar niet stil staan en om een anderen indruk te verkrijgen, dan die ons tragiesch lente-gelaat ons inprentte in onze teleurgestelde ziel, weiden wij een vagen, cirkelvormigen blik over onze kamer. Onze kamer in lentelicht, onze kamer in lentestemming. Wat is het behang verschoten gedurende den winter! Wat hebben onze winterpassen het tapijt af gesleten! Wat zijn onze meubels dof en oud! Wat is zelfs onze spiegel getaand! Hoe beduimeld en moê zijn die boeken! Wat een stof ligt er in d

De zon zat hooger, sloeg kortere, blauwere schaduwen over de lanen. De kloeven klonken hard. Die oudjes, sprak Sörge, beklaag ik zeer. Wat met dien armen Peter gebeurt, is waarlijk ellendig. Ik herinner me dat ik Ernest van dat alles verwittigd heb. Hoe! mijnheer Sörge, riep Francine, wist ge wat er toegaan moest? Ik wist niets, niets, maar ik vermoedde het al.