Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Ik vond een volk, dat in zijn bloed 't Zout van zijn wakkren schijnt te dragen En in een zweem de schoonste dagen Van 't voorgeslacht herdenken doet; Dat de oude vaderlandsche zeden Nog door geen vreemdling laat vertreden, En schoon zijn Ruyter niet meer leeft, Zijn Cats niet gansch vergeten heeft. Jason

Op dit oogenblik, bij voorbeeld, is het zeil- en stoomschip een wonderbare machine, voortgestuwd door een zeilwerk van drie duizend vierkante ellen oppervlakte en een stoomvermogen van twee duizend vijfhonderd paardekrachten. Zonder van deze nieuwe wonderen te spreken, is zelfs het oude schip van Christophorus Columbus en de Ruyter een der grootste kunstgewrochten van den mensch.

"Dat was een geheel ander geval, Pieter," antwoordde de oom. "Het was toen een geheel andere tijd, en daarenboven De Ruyter voer ter koopvaardij. Ook was hij een ondeugende knaap, en zooals vader Cats zegt: De zee maakt dwee." "Maar kan ik dan ook niet ter koopvaardij varen, oom?" "Dat kun je. Maar je vader zal het nooit toestaan, dat je ter zee vaart.

Dat Mevrouw De Ruyter aan Wessel Smit gedacht heeft, is licht te verklaren: niet alleen is hij haar buurman, een welgesteld koopman en kapitein van een Burgervendel, maar zijne dochter is bovendien, als reeds gezegd is, met Jan Pauluszoon Van Gelder getrouwd en er bestaat alzoo een nauwe band tusschen hem en de vrouw des Admiraals.

Mevrouw De Ruyter was bij de eerste beschuldigingen, tegen haren man ingebracht, niet weinig van haar stuk geraakt; want zij gevoelde, dat zij niet veel anders daar tegen in kon brengen dan betuigingen, die geen geloof zouden verdienen; maar de logen, door den man in 't rood uitgekraamd, hoe kwaadaardig ook, is haar welkom, omdat zij dien voor 't minst met een onwederlegbaar bewijs kan tegenspreken.

"Ik, Admiraal?" vraagde Tromp verbaasd. "Of meent Uwe Edelheid soms, dat ik werkeloos gelegen heb, of lafhartig gevlucht ben?" "Indien ik dat meende, Mijnheer Tromp," zeide De Ruyter, "zou ik u gevangen hebben laten nemen als een verrader. Maar zonder lafhartig te zijn, kan men wel tegen de krijgstucht zondigen. Waarom zijt gij niet bij de vloot gebleven? Waarom afzonderlijk gestreden?

De koning van Denemarken, die zijn redding geheel aan den moed der Hollanders te danken had, verhief de Ruyter met al zijne nakomelingen in den adelstand en schonk hem een gouden keten van groote waarde. Bovendien verleende hij hem een lijfwedde van twee duizend gulden 's jaars. Er brak nu een kort tijdperk van rust voor hem aan. Acht maanden mocht hij in den schoot van zijn gezin doorbrengen.

"Ha, Mijnheer de Ruyter," zeide de Prins, terwijl hij den ronden Zeeuw de magere hand reikte, die deze met warmte aangreep. "Het is mij een singulier genoegen, Uwe Edelheid te rencontreeren. Ik durfde dat niet verwachten." "Uwe Hoogheid is wel goed, dat Zij zulke goede gedachten van mijn persoon heeft," antwoordde de Luitenant-admiraal bescheiden.

"Dat kunt ge doen," zei de Ruyter fier, "maar dan zullen alle kooplieden weten, dat in Salee geen schip veilig is!" In de grootste verbolgenheid verliet het opperhoofd met zijn gevolg het Hollandsche vaartuig, de Ruyter in volslagen onzekerheid achterlatende van wat hem te wachten stond. Een paar uur later keerde de Moor aan boord terug.

De grijze Jan Evertsen, die na den dood van zijn broeder zich opnieuw had begeven in den dienst van het Vaderland, waarvoor zijn vader, een zijner zonen en vier zijner broeders het leven hadden gelaten, gebood met Tjerk Hiddesz de Vries, die Stellingwerf was opgevolgd, de voorhoede, De Ruyter met Van Nes het centrum, en Tromp met Meppel de achterhoede.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek