Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


"Wilt gij daarmee zeggen, dat ik gemoord heb?" "Natuurlijk! Gij zijt moordenaars alle twee. Waar is die rondreizende dokter en waar is zijn famulus, die gij met den roodharigen kornel vervolgd hebt?

Dat moeten nieuwelingen zijn, onvoorzichtige menschen, die door den nood gedreven zijn, om zoo hoog het gebergte in te gaan." "Hum!" bromde Old Shatterhand. "Ik geloof dat ik het wel raden kan welk soort van volkje wij hier vóór ons hebben." "Nu, wie dan?" "Den roodharigen kornel met zijn bende." "Verduiveld, ja! Dat kan zijn. Naar mijn berekening kunnen de kerels hier wezen.

"Juist, met een houweel. Die lieden willen dus niet jagen, maar graven. Het is bepaald niemand anders dan de bende van den roodharigen kornel." "Ik ben volkomen van hetzelfde gevoelen; maar toch moeten wij het voor mogelijk houden, dat het ook anderen geweest kunnen zijn." "Dan konden slechts goudgravers hier voorbij zijn," zei Old Shatterhand; "en dat betwijfel ik." "Op grond waarvan?

Daarna deelde Old Firehand, in het kort zijn ontmoetingen mee met den roodharigen kornel, eerst op de stoomboot, toen bij de rafters, en eindelijk op de Boerderij van Butler. Daarop liet hij zich een beschrijving geven van den hoofdpersoon der drie tramps, dat wil zeggen van hem, die den klerk doodgeschoten had en daarop van de twee anderen afgegaan was.

Aan hem dank ik het leven!" Bertha ziet op, doch zij ontdekt niemand dan een roodharigen man, wiens kleeding den schipper verraadt. Zijne wangen zijn bedekt met een ontzaglijken baard, die hem een woest en ruw uiterlijk geeft. Glimlachend treedt hij nader en buigt voor haar de knie.

Maar alles ging toch zoo snel in zijn werk, dat er nog niet ten volle een kwartier verloopen was of al de tramps bevonden zich in handen van de overwinnaars. Maar nu bleek het tot teleurstelling en verdriet der laatsten, dat zij den roodharigen kornel nog niet hadden.

Nu eerst vertelde hij zijn wedervaren, en vernam hij, dat de cow-boy een roodharigen man ontmoet had, die hem had gevraagd of er een vreemde in het kamp aangekomen was. De boy had dien man vroeger eens in Colorado Springs gezien, en wist, dat hij Brinkley heette; hij hield hem voor iemand, die niet te vertrouwen was, en had daarom zijn vraag ontkennend beantwoord.

In plaats van Tchou-Tchouk had Cascabel hem in de wandeling den bijnaam Sjoe-Sjoe gegeven, ofschoon, zeide hij, "die lieve bijnaam den schoelje even goed past als een herderinnehoedje op den kop van een roodharigen engelschman!" Onophoudelijk dacht Cascabel over een middel om den wilde in de luren te leggen. Maar welk? Hij peinsde en overlegde, maar vond niets.

Zij reden, Old Shatterhands spoor volgende, op het bosch aan. Daarbij spraken zij over hetgeen zij reeds beleefd hadden, en over hetgeen zij nu van plan waren te doen. Uit hetgeen zij elkander vertelden, bleek nu tamelijk duidelijk, dat zij volgelingen waren van den roodharigen kornel.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek