Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Oorlogsjonken met hare opene batterijen, waarvan het dek eene sterke holronde kromming vertoonde van voren naar achter, en die door eene dubbele verdieping riemen of door een rad, 't welk door menschenhanden in beweging werd gebracht, vooruit gedreven werden; jonken van het personeel der douane, met twee masten en sloepzeilen, die bevestigd waren aan dwars uitstekende uithouders, terwijl de voor- en achtersteven met grillige beelden waren voorzien; handelsjonken, die met de kostbaarste voortbrengselen van het Hemelsche Rijk bevracht, niet vreesden om de geduchte typhons in de naburige zeeën te trotseeren; jonken voor het gewone vervoer van reizigers, die al naar het tij het meebracht òf met riemen werden voortgedreven, òf wel aan de lijn voortgesleept, en die gemaakt schenen voor personen, die te veel tijd hebben; mandarijnen-jonken, kleine pleizierjachten, die hunne bootjes achter zich voortsleepten; alle soorten van platboomde vaartuigen, met rieten matten als zeil, en waarvan de kleinste door jeugdige vrouwen bestuurd, de roeispaan in de hand en 't kind op den rug met recht hun naam dragen, die beteekent: drie planken; eindelijk ontzaglijke groote vlotten, een soort van drijvende dorpen met hutten, boomgaarden, groentetuinen enz., waartoe een of ander Mantsjoerijsch bosch het noodige hout had geleverd.
Maar," vervolgde hij, terwijl hij al zijn krachten inspande om de boot van het droge vlot te krijgen: "maar Neel! wat zit die schuit vast, help mij eens even tegen de roeispaan drukken." Neeltje gehoorzaamde en kwam zeer voorzichtig naar voren om den kleinen jongen te helpen. Beiden hielden nu de roeispaan vast en vereenigden hunne krachten om het vaartuig vlot te krijgen; doch tevergeefs.
Had hij die niet te danken aan de roeispaan, waarmede hij drie lange jaren de golven had doorsneden? En wat beteekende het geweldige schokken van den wagen voor hem, die op de schuimende baren gezwalkt had, nu eens hemelhoog opgeheven, dan weder neergesmakt in de diepte?
In die verlegenheid, terwijl zij op haar roeispaan rustte en in den dichten mist om haar heen tuurde, en haar oogen zoo wijd als zij kon opendeed, en dat was zeer wijd, hoorde zij rechts een geweerschot achter zich. Bij zichzelve beredeneerende dat een jager op wild gevogelte dat schot gelost moest hebben, wendde zij haar bootje om en roeide snel in de richting, vanwaar het geluid gekomen was.
Met een fellen slag verbrijzelde Geerten den riem in Franskens hand ... De brokken ploften in 't water en van den hevigen schok wiegewaagden en dobberden de bootjes, wild stijgend en dalend ... Ras vatte Fransken zijn tweede roeispaan, hakte er geducht mee op 't witte vaartuigje, dat bij elke wiegeling water schepte.
Het was prachtig weer en de zee was zoo kalm alsof het water tusschen de enge oevers van een meer was besloten, en de prauw kon zich te midden van deze golven wagen alsof zij den stillen stroom eener rivier opvoer. Nab en Harbert namen elk een roeispaan en Pencroff bleef achter in het vaartuig staan, om het roer te kunnen sturen.
Willem beloofde dit en volgde vol vertrouwen zijn gids die, een roeispaan over den schouder, met de grootste behoedzaamheid in het duister voortschreed... Dáár bleef de smokkelaar staan. Willem zag hem iets in den mond steken. Een soort van fluitje moest het geweest zijn, want plots liet de Noordwijker, bedrieglijk natuurlijk, het geluid van een smient hooren.
Franske was overeind gesprongen, een riem hoog-opgeheven, vloekend ... Met een forschen armzwaai bonsde de roeispaan op den half-verdekten boeg van 't moteurken, sloeg een diep bosselende bluts in 't zink, deed de afblottende verf in schilfers rondspringen.
"Ik zal de spaan eens tegen dien steen zetten," zeide de knaap: "die is harder." Hij deed dit en de twee kinderen drukten en persten met vereende krachten, totdat hunne aangezichtjes zoo rood als scharlaken werden. "Nog eens: één, twee, drie!" zeide de knaap; de roeispaan gleed langs den steen af; de kinderen verloren hun evenwicht en beiden vielen voorover in de schuit neder.
Maar Etienne, je kan er niets van, laat je roeispaan toch niet zoo neêrploffen. Een regen van druppels was over hen heen gezonken... Je maakt me kletsnat! sprak Frédérique verontwaardigd. Ach kom, denk je, dat ik niet roeien kan? Cateau en Jan lachten Etienne uit en hij maakte zooveel dwaasheid, dat Toosje aan Paul durfde vragen of zij eens roeien mocht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek