Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
De mannen die van de kust kwamen, droegen meest zout het binnenland in. De behoefte daaraan is nijpend. Gebrek aan zout is de oorzaak, zeggen deskundigen, van de huidziekte, die met haar wittige schilfers dit anders kloeke en welgebouwde volk mismaakt. Tot aan kleine kinderen toe is die akelige vaalheid te zien. Zij schijnen er overigens niet veel door te lijden.
Het nest wordt altijd in een holte gebouwd, gewoonlijk in een gat van een boom, bij uitzondering in spleten van muren of rotsen. Zeer gaarne gebruikt de schrandere Vogel de woning, die baas Specht getimmerd heeft, als wieg voor zijne kinderen. Hij houdt er echter niet van, dat zijn huis een grootere deur heeft, dan volstrekt noodig is; hij maakt daarom gebruik van een goed bedacht middel om den ingang te vernauwen tot de kleine opening, die zijn lichaam kan doorlaten. "Dit geschiedt met leem of een andere kleverige grondsoort, die, evenals men dit van de Zwaluwen gedurende den nestbouw ziet, door het op lijm gelijkende speeksel bevochtigd, verbonden en bijeengehouden wordt. De veranderingen aan de opening van zijn nest brengt hij schielijk tot stand; het eene kluitje leem voor, het andere na draagt hij in den snavel aan en plakt het met dit werktuig vast, nadat hij het aan alle zijden met speeksel bevochtigd heeft. 't Is alsof men een kleinen metselaar aan 't werk ziet, die om een deur dicht te metselen den eenen steen na den anderen in de opening legt en vasthecht. Deze muur van leem heeft eene dikte van 2 cM. of meer, en is na gedroogd te zijn, zoo stevig, dat men hem er niet met den vinger uitbreken kan, maar een beitel moet gebruiken om hem weg te nemen." Het echtpaar is, naar het schijnt, zeer verheugd, als hun woning gereed is. "Het mannetje zit in de nabijheid van het nest en laat jubelend zijn paringsroep weerklinken, terwijl het wijfje ijverig in- en uitgaat." In het nest gevoelen zij zich, naar het schijnt volkomen veilig. Toen Pralle, om te onderzoeken of een nest van een Boomklever, dat hij onderzoeken wilde, bewoond was, onder tegen den stam klopte, kwam de Vogel halverwege uit de opening te voorschijn, keek een tijd lang nieuwsgierig naar den onderzoeker en sloop daarna met het gevoel van volkomen veilig te zijn weer in zijn hol terug. Dit spel herhaalde zich nog eenige malen en eerst toen men in den boom klom, vloog het dier weg. In bosschen van breedgebladerde boomen bestaat het nest uit stukjes van bladen van beuken en eiken, in naaldhoutbosschen altijd uit uiterst dunne schilfers denneschors, die, daar zij niet stevig vereenigd kunnen worden, zoo los op elkander liggen, dat het moeilijk te begrijpen is, hoe de eieren bij het uit- en invliegen van den Vogel bijeen en boven op de schilfers blijven liggen. Men zou kunnen meenen, dat zij onder dit fijne materiaal bedolven zouden moeten geraken. Op deze gebrekkige ligplaats vindt men in de laatste dagen van April of in de eerste van Mei 6
De geweldige schok brak de kanten waar de aanraking begon en schilferde soms groote stukken van den zandsteen af. Met de grootste belangstelling ging ik deze standen na, geholpen door de aanwijzingen van President Jordan. Niets was nog hersteld en men kon alles duidelijk zien, zoowel de een handbreed uit hun oude plaats verschoven zuilen als het losgebroken cement, de afgespleten schilfers.
De kunstenaar, aan wien De Graeff de vraag heeft overgebracht, vergenoegt zich, tot antwoord, aan den Prins de bakken voor te houden, waar de materialen zich in bevinden, die hij tot zijn arbeid gebruikt. Die bakken bevatten een aantal dunne, platte schijfjes en schilfers, elk van eene verschillende kleurschakeering, van donkerbruin tot zilverwit.
Franske was overeind gesprongen, een riem hoog-opgeheven, vloekend ... Met een forschen armzwaai bonsde de roeispaan op den half-verdekten boeg van 't moteurken, sloeg een diep bosselende bluts in 't zink, deed de afblottende verf in schilfers rondspringen.
De steenbrokken en schilfers, die van de put werden afgescheurd, vielen met gedruisch neer. Voorhoofd en haar bedekt met walgelijke modder, het gelaat vol wonden en afschavingen, het lichaam druipnat, verscheen de man aan de oogen van de zwijgende menigte; de wind deed hem huiveren van koude. "Wil je nu spreken?" vroeg men hem.
Aan de overzijde van den basaltmuur van den fjord van Stapi vertoonde zich vooreerst een kruidachtige en vezelachtige veengrond, het overblijfsel van den voormaligen plantengroei der moerassen van het schiereiland; de hoeveelheid van deze nog ongebruikte brandstof zou toereikend zijn om de geheele bevolking van IJsland eene eeuw lang te verwarmen; dit uitgestrekte veen had, van den bodem van eenige holle wegen gemeten, dikwijls zes en zestig voet dikte en vertoonde opeenvolgende lagen van verkoolde overblijfsels van vergane gewassen, gescheiden door schilfers van puimsteenachtigen tufsteen.
Nauwgezet heeft men het oude behouden, zooals het zich voordeed, zonder eenige retouche of bijwerking. Alleen door aanvulling van scheurtjes en schilfers en het fixeeren van losse gedeelten in de kleur der omgeving is men er in geslaagd, het tableau weder tot een geheel te brengen.
De weg is tot hier toe, om te voet of te paard te gaan, zeer goed, maar met rijtuig moet zij niet over hebben; op sommige plaatsen rollen of schuiven de schilfers van eene soort van schaliesteen bij zware regenvlagen, en het smelten van de sneeuw, in een groote hoeveelheid van boven neder, bedekken den weg, en maken dien somtijds onbruikbaar; dit vereischt een gedurig en kostbaar onderhoud.
Daar kan men eveneens nog de eigenaardige kleederdrachten der Finsche vrouwen bestudeeren, op wier opvallende en origineele sieradiën zoo menig reiziger opmerkzaam gemaakt heeft, die hooge uit berkenschors vervaardigde en met munten en banden versierde mutsen, verder de kolossale, zoogenaamde "Preesen" of zilveren gespen, waarmede de vrouwen hunne mantels vastmaken, die echter door toevoeging van allerlei versierselen van munten, crucifixen, koralen, stukjes barnsteen, gouden schilfers en bellen, tot zulk eene grootte aangegroeid zijn, dat zij de borst als met een harnas bedekken, en die later als pronk-erfstukken in de familie van moeder op dochter overgaan eindelijk ook de sierlijk met roode draden afgezette en omgeboorde hemden, die op dergelijke wijze, ofschoon in de menigvuldigste modellen en variaties, bij alle Finsche natiën, tot zelfs bij de Samojeden, teruggevonden worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek