Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
De paringsroep van het mannetje wordt gewoonlijk door het heesche "werre werre" voorafgegaan; op dit voorspel volgt het vele malen herhaalde "buukwerwiek". Door eigenschappen en gewoonten, levenswijze en bewegingen verschilt de Kwartel in vele opzichten van den Patrijs.
Het nest wordt altijd in een holte gebouwd, gewoonlijk in een gat van een boom, bij uitzondering in spleten van muren of rotsen. Zeer gaarne gebruikt de schrandere Vogel de woning, die baas Specht getimmerd heeft, als wieg voor zijne kinderen. Hij houdt er echter niet van, dat zijn huis een grootere deur heeft, dan volstrekt noodig is; hij maakt daarom gebruik van een goed bedacht middel om den ingang te vernauwen tot de kleine opening, die zijn lichaam kan doorlaten. "Dit geschiedt met leem of een andere kleverige grondsoort, die, evenals men dit van de Zwaluwen gedurende den nestbouw ziet, door het op lijm gelijkende speeksel bevochtigd, verbonden en bijeengehouden wordt. De veranderingen aan de opening van zijn nest brengt hij schielijk tot stand; het eene kluitje leem voor, het andere na draagt hij in den snavel aan en plakt het met dit werktuig vast, nadat hij het aan alle zijden met speeksel bevochtigd heeft. 't Is alsof men een kleinen metselaar aan 't werk ziet, die om een deur dicht te metselen den eenen steen na den anderen in de opening legt en vasthecht. Deze muur van leem heeft eene dikte van 2 cM. of meer, en is na gedroogd te zijn, zoo stevig, dat men hem er niet met den vinger uitbreken kan, maar een beitel moet gebruiken om hem weg te nemen." Het echtpaar is, naar het schijnt, zeer verheugd, als hun woning gereed is. "Het mannetje zit in de nabijheid van het nest en laat jubelend zijn paringsroep weerklinken, terwijl het wijfje ijverig in- en uitgaat." In het nest gevoelen zij zich, naar het schijnt volkomen veilig. Toen Pralle, om te onderzoeken of een nest van een Boomklever, dat hij onderzoeken wilde, bewoond was, onder tegen den stam klopte, kwam de Vogel halverwege uit de opening te voorschijn, keek een tijd lang nieuwsgierig naar den onderzoeker en sloop daarna met het gevoel van volkomen veilig te zijn weer in zijn hol terug. Dit spel herhaalde zich nog eenige malen en eerst toen men in den boom klom, vloog het dier weg. In bosschen van breedgebladerde boomen bestaat het nest uit stukjes van bladen van beuken en eiken, in naaldhoutbosschen altijd uit uiterst dunne schilfers denneschors, die, daar zij niet stevig vereenigd kunnen worden, zoo los op elkander liggen, dat het moeilijk te begrijpen is, hoe de eieren bij het uit- en invliegen van den Vogel bijeen en boven op de schilfers blijven liggen. Men zou kunnen meenen, dat zij onder dit fijne materiaal bedolven zouden moeten geraken. Op deze gebrekkige ligplaats vindt men in de laatste dagen van April of in de eerste van Mei 6
Zijn loktoon, het reeds genoemde "kiewiet", is nu eens meer, dan weer minder gerekt; de verschillende intonaties hebben ieder een bepaalde beteekenis; angst wordt te kennen gegeven door "chrèiët", de paringsroep bestaat uit een reeks van nauw aaneenverbonden klanken, die men door de lettergrepen "chèh kwerkhoiët kiewietkiewietkiewiet kioeïeht" ongeveer kan aanduiden.
Hoewel de Kwartel zoomin fraai als begaafd kan heeten, is hij geliefd bij jong en oud. Dit komt van zijn helderen, ver klinkenden paringsroep, het bekende "buukwerwiek", dat algemeen in den smaak valt en stellig veel bijdraagt tot het verlevendigen van een gewest.
Zijn lokstem is een heesch, snorkend "chrr", dat soms als "sjwer" klinkt; het doffe "kweg kweg" geeft goedgeluimdheid te kennen; de paringsroep is het hol klinkende "hoep hoep". In 't voorjaar laat het mannetje dit geluid aanhoudend hooren, maar reeds tegen het einde van Juli niet meer.
De paringsroep bestaat uit zeer zuiver en luid gefloten tonen, die ver hoorbaar zijn. Hierin is "tu tu" de hoofdzaak; de klanken "kwie kwie" en "trierr" worden er aan toegevoegd.
Zijn welluidende lokstem bestaat uit twee tonen, die men ongeveer voorstellen kan door "dzjaü" of "dzjnü"; zijn waarschuwend geschreeuw gelijkt op het vorige geluid, maar is meer gerekt; teedere aandoeningen geeft hij, evenals alle Waterloopers, te kennen door de klanken "duuk duuk"; schrik ontlokt hem een onaangenaam gekrijsch; de paringsroep, die altijd gedurende het vliegen weerklinkt, is een echt jubelgezang, dat men door de teekens "dliedl, dliedl, dliedl" ongeveer kan nabootsen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek