Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Het is gemakkelijk gezegd: 't is maar koekvergulden! maar ik verzeker u dat koekvergulden en koekvergulden twee is, en dat er bijvoorbeeld een hemelsbreed onderscheid was tusschen den vrijer, dien Toosje, en den vrijer, dien Truitje had uitgemonsterd, zoodat Toosje zelve moest bekennen dat ze niet wist hoe Truitje die parapluie zoo natuurlijk kreeg; waarop de vrijer van Truitje dan ook rondging, en het geheele gezelschap eenstemmig verklaarde, dat het waarlijk was als of die parapluie leefde.

Dan had men er Truitje en Toosje, de twee telgen van den heer Opper, voornaam metselaar, waarvan de eene in 't openbaar een hoed met steenen bloemen en de andere een dito met houten pluim droeg, maar die in dezen huiselijken kring zich gelukkig gevoelden in het hoofdsiersel, de eene van een blauwe, de andere van een roode céphalide, in de stellige overtuiging dat er op dit ondermaansche geen bevalliger of modieuzer damescoiffure kon bestaan.

Maar Etienne, je kan er niets van, laat je roeispaan toch niet zoo neêrploffen. Een regen van druppels was over hen heen gezonken... Je maakt me kletsnat! sprak Frédérique verontwaardigd. Ach kom, denk je, dat ik niet roeien kan? Cateau en Jan lachten Etienne uit en hij maakte zooveel dwaasheid, dat Toosje aan Paul durfde vragen of zij eens roeien mocht.

Ik geloof, dat er niet veel van komen zal, zeide Marie, terwijl Losch aan haar draperie schikte; maar Toosje Van der Stoor had er wel idée op, en bleef liggen, onbeweeglijk, met een onuitstaanbare kramp in haar middel, door heur moeielijke poze.

Hij had Cateautje Van der Stoor om een hoek van de serre zien kijken, en hij moest haar toch eens even aanspreken; hij gevoelde een plotseling berouw. Toosje, ben je erg boos op me, dat ik je een beetje voor den gek heb gehouden? Ik heb er niets van gemerkt! antwoordde zij, maar haar trillend mondje getuigde, dat zij zich niet goed kon houden.

Het was een ordentelijke, goedhartige, vroolijke man, die er heel veel pleizier in had, toen Bartje Blom hem knipoogend vertelde, dat Toosje en Truitje Opper vast wel voor zeven gulden gebroken en opgegeten hadden, waarop Toosje aanmerkte dat zij, Bartje, wel zwijgen mocht, daar zij zelve een heel oorlogschip in haar zak had gesmokkeld; waarop de koekebakker dreigde, dat geen van de dames de deur uit zoude komen, voor hij zelf haar zak had geïnspecteerd.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek