Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Het was vooral ook dat zitten als kinderen op een rijtje, en aan den overkant ook zoo'n rijtje recht-zittende jonge-menschenlijven met uitdrukkingsloos luisterende gezichten, en daar tusschen in een wee-geeuwende leegte, een ruimte hongerend naar de kamerdingen die weggezet waren.

Alleen het groote ledikant is gebleven. Daarin slaapt, op een rijtje, lief en rustig, het kleine kroost. Soms als er een wakker wordt er liggen er negen dan staat een Jemenietische moeder op en zij geeft haar kindje het moederdrinken. Er is een héél jong en héél mooi Jemenietisch moedertje, waarbij een héél mooi Jemenietisch jongetje behoort.

Het gesprek begon hem te vervelen. Eline interesseerde hem niets op het oogenblik, en de jammerklachten van mevrouw Eekhof over Eline onderbrekend, nam hij plotseling afscheid. Hij ging langs zijne tante Verstraeten al de andere mama's, op een rijtje af, aanspreken, glimlachend en zeer beleefd, maar inwendig genietend dat hij haar allen zulke verwachtingen deed koesteren. O, mevrouw Oudendijk was nu zeker overtuigd, dat hij Françoise van avond zou vragen; zij zag hem nu reeds met zoo iets schoonmoederlijks aan, en zij legde haar hand met zoo iets vertrouwelijks op de zijne. Hij putte zich dan ook uit in de verfijndste complimentjes over Françoise, welke hij mevrouw Oudendijk toediende, als zoete fondants... o, hoe behagelijk slikte zij ze! Françoise had hem gezegd, dat zij zoo dolgraag paard wilde rijden; waarom gaf mevrouw haar geen rijpaard? vroeg hij goedig; ze zou een betooverende amazone zijn! En hij wachtte met een brutale naïveteit op haar antwoord. Ze zou het hem zeker niet willen bekennen, dat zoo een rijpaard haar allesbehalve conveniëerde, maar gaarne zou ze gelispeld hebben, dat hem alles conveniëerde en dat hij dus Françoise het paard maar moest aanbieden, met den gever op den koop toe. Nu, als ze d

Op de schrijftafel 'n rijtje prachtbandjes van de beste moderne Hollanders: Kloos, Van Deyssel, Gorter, Roland Holst, Hélène Swarth, zelfs Boutens maar van buitenlanders niets dan 'n dun deeltje Shelley, waarom hij ongeduldig de schouders ophaalde: cultuur nihil natuurlijk, niets gelezen dan wat je op 'n gymnasium van duitsche, fransche en engelsche klassieken leert; en verder 'r hoofd volgepropt met die heerlijke, prachtige, rijke, hollandsche literatuur, waar in de heele wereld toch maar zeker niets boven gaat.... alleen maar Shelley; en gemelijk nam hij de portretten op, die er naast stonden, bleef geboeid nu kijken naar die groote, gezellige familie, die gemoedelijke vader en moeder met al dat kroost er om heen, zeven telde hij, en Go zelf, dat 's acht; wat 'n leuke troep.... en aardige snuitjes, ze lijken op elkaar.... Go heeft 't zelfde als dat kleintje.... En hij stond er nog mee in z'n hand, toen ze weer binnenkwam, keek haar nu ánders aan, scheen haar beter te begrijpen, nu hij wist, dat ze de oudste van zoo'n groote familie was.

Ze stond dan op, nam den arm, dien Paul haar aanbood, en ze liepen samen over den weg in den dampigen avond. Het was een straatweg, maar heel smal en oud, verwaarloosd, armelijk.... Soms kwam een rijtje boomen of een hut grauw-donker uit den mist....

Ze hadden een kastje voor me getimmerd, naast 't raam en daar lag op den bodem alles op een rijtje: de boter, de thee, de suiker, de worst, al die dingetjes die zoo lekker kunnen wezen, als je er een tijdje af bent geweest. En 't aangesneden brood lag er boven, op 't plankje. En op den zolder van drie hoog hingen mijn kleeren te drogen: jas, vest, broek, onderbroek, overhemd en sokken.

Meta prijkte met een extra rijtje papillotjes boven haar voorhoofd; Jo had haar pijnlijk verbrand gezicht met coldcream ingesmeerd, Bets bleek Johanna mee naar bed te hebben genomen, om haar voor de aanstaande scheiding schadeloos te stellen, en Amy had het nog 't mooist van allen gemaakt door een waschklampje op haar neus te zetten, hopende dat ongelukkige lichaamsdeel wat in 't fatsoen te knijpen.

Er lagen een aantal flinke hoeven verspreid in het rond alle ver af; er stonden een tien of twaalf iepen bij de kerk, wat schrale esschenstammetjes langs den straatweg, een rijtje knotwilgen hier en daar aan eene sloot; dan, wijd aan den horizon, eene enkele boomgroep en een paar dorpstorens, ziedaar geheel het landschap.

Als zij hier was, zou ik dat lieve, kleine ding eens hartelijk omhelzen. Wat zij gezegd heeft, is iets, waar wij 't geen van allen buiten kunnen stellen." "We hebben vooralsnog wel weinig succes," hernam de fee, terwijl zij zich tot den verbijsterden taalkundige wendde, "maar wij willen daarom den moed toch niet verliezen. We zullen 't heele rijtje van je vakken volgen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek