United States or Nepal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goethe had als jongen reeds in de boekerij zijns vaders een werkje over Spinoza gevonden van den Nederlandschen predikant Colerus, die zijn beschouwingen over dezen denker met de grofste en de verfijndste scheldwoorden doorspekt. Op het titelblad een dwaas portret van Spinoza met het bijschrift: "Signum reprobationis in vultu gerens", d.i.: Hij draagt het teeken van verworpenheid in het gelaat.

Op den gelijkmatig wijden soccus-tred, die hun nauwe gewaad verwijdde, het gazen geplooi telkens uit waaierde, met de houdingen hunner schrale efebe-armen, die bogen rechthoekig de ellebogen en uitspreidden de bejuweelde vingers met opgezette, héel-lange nagels, als vreemde vlinders of vogelvlerken, bezielden zij hunne uiterlijkheid tot een levend archaïesch beeld, dat wel af stak in het nieuw-Grieksche décor en vooral in dit modern Latijnsche Theater, maar dat, zag de toeschouwer alleen naar hen, hem ontroerde als een uiting van verfijndste en toch zuiver geblevene kunst.

Maar Prometheus Zag het, en deed der Hoop legioenen rijzen, Die in 't gevouwen elyseesch gebloemt, Bloesems die nooit verwelken, Amarant, Nepenthe en Moly, sluim'ren, dat hun dunne Regenboog-wieken Doods gedaant' verborgen; En Liefde zond hij dat zij binden zou De uiteengescheurde ranken van dien wijnstok Die 's levens wijn doet rijpen: 't menschenhart; Hij temde 't vuur dat als een roofdier speelde, Vreeslijk doch lieflijk, onder 's menschen frons; En naar zijn wil martelde hij het ijzer En 't goud, de slaven en 't symbool der Macht, Juweelen en vergiften, al 't verfijndste Dat onder bergen en in golven schuilt.

Het gesprek begon hem te vervelen. Eline interesseerde hem niets op het oogenblik, en de jammerklachten van mevrouw Eekhof over Eline onderbrekend, nam hij plotseling afscheid. Hij ging langs zijne tante Verstraeten al de andere mama's, op een rijtje af, aanspreken, glimlachend en zeer beleefd, maar inwendig genietend dat hij haar allen zulke verwachtingen deed koesteren. O, mevrouw Oudendijk was nu zeker overtuigd, dat hij Françoise van avond zou vragen; zij zag hem nu reeds met zoo iets schoonmoederlijks aan, en zij legde haar hand met zoo iets vertrouwelijks op de zijne. Hij putte zich dan ook uit in de verfijndste complimentjes over Françoise, welke hij mevrouw Oudendijk toediende, als zoete fondants... o, hoe behagelijk slikte zij ze! Françoise had hem gezegd, dat zij zoo dolgraag paard wilde rijden; waarom gaf mevrouw haar geen rijpaard? vroeg hij goedig; ze zou een betooverende amazone zijn! En hij wachtte met een brutale naïveteit op haar antwoord. Ze zou het hem zeker niet willen bekennen, dat zoo een rijpaard haar allesbehalve conveniëerde, maar gaarne zou ze gelispeld hebben, dat hem alles conveniëerde en dat hij dus Françoise het paard maar moest aanbieden, met den gever op den koop toe. Nu, als ze d