United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


De treinvaart naar Reval, in de komfortabele russische waggons en met gezellige reismakkers, was een verpoozing na het enerveerende leven te Moskou met zijn onvermijdelijke spanningen, teleurstellingen en inzinkingen. Wij waren onder de eerste buitenlandsche gasten, die vertrokken: de zwitsersche delegatie, de zweedsche, een paar duitsche partijgenooten en ik.

En de uitkomst kwam werkelijk gauw genoeg: enkele dagen na hen ben ik ook »gefahren«.... niet over Engeland.... Meer zal ik niet zeggen. Door den dwazen angst der duitsche autoriteiten werd mijn verblijf te Reval onvrijwillig een paar dagen verlengd. Het was niet prettig de kameraden te zien weggaan en alleen achter te blijven.

Verder vielen me de kleine rijtuigen op, getrokken door paarden, die gespannen zijn in een hoog halsstel en bestuurd worden door een koetsier met een langen, blauwen jas aan en een platten, hoogen hoed op. Gaarne waren wij wat langer in Reval gebleven, doch we moesten naar de boot terug.

De koetsier heeft ongeveer dezelfde kleeding als die, welke ik in Reval zag en bedient zich zeer zelden van het korte zweepje, waar hij gewoonlijk op zit. De winkels leveren over 't algemeen niets eigenaardigs op, behalve die waar slöjd-voorwerpen en homespun kleeden worden verkocht. Die kleeden zijn dikwijls versierd met kunstige steken of met applicatiewerk.

De Zwitsers kregen de hunnen direkt, de Duitschers ook natuurlijk. Toen kwam mijn beurt.... Pasboekje geven, lijsten invullen.... In Reval werken ze nog met de oude formulieren van 't eerste jaar na den oorlog. Ze moeten alles weten, wie je vader en moeder waren en waar die geboren werden, en zoo voort, tot in 't vierde geslacht.

Donderdag, den 15den Juli tegen den avond kwamen wij te Reval aan; ternauwernood staan wij stil, of er wordt getikt tegen het raampje van den wagen. Een der hollandsche kameraden, een paar dagen voor mij uit Moskou vertrokken, knikt mij lachend toe. »Nog hier?« »Ja, er gaat geen boot voor morgen. Gaat u met mij mee? Er is nog plaats in het hotel«. Het vooruitzicht, om na een reis van 48 uur een warm bad te kunnen nemen en in een »echt bed« te slapen, lokt mij wel aan. Ik neem afscheid van mijn reisgenooten, die er de voorkeur aan geven in den wagen te overnachten, en ga mee. Maar het hotel, waar mijn kameraad mij heen brengt, maakt een zoo afschuwelijken indruk op mij, dat ik direkt spijt krijg, niet te zijn gebleven waar ik was. Het water, wat uit de kraan in het bad stroomt, is vuil donkergeel en de kamer...... beter niet rond te kijken! Niet naar den vloer en niet naar de sofa en de smerige antimakassars op de stoelen en vooral, neen vooral niet naar de muren! Beter maar gauw in bed te kruipen oppassen dat de deken niet tegen je gezicht komt en gauw je oogen dicht te doen. Ach, het was in Moskou nu ook niet precies, wat een ouderwetsche hollandsche huisvrouw onberispelijk netjes noemt. Het water uit de leiding was vaak zandig; arme russische genooten, het gebrek aan materiaal en technici neep ook op dit punt; een groot aantal buizen en pijpen waren defekt en men kon ze niet repareeren; de ingenieur op de roode kommandantenschool zei me, dat van de 13 millioen per etmaal opgepompte emmers water er 6

Ze zagen er krijgshaftig uit die grenswachters met hunne uniformen, hooge laarzen en groote slagzwaarden. Toen ik me hierover eene opmerking veroorloofde, werd mij dadelijk het zwijgen opgelegd met een: hou je stil, anders krijg je last van hen! In Reval hadden we een uur tijd om de stad te bezichtigen.

Wie de wandeling in omgekeerde richting maakt, geniet van het uitzicht op de stad, met haar slanke, spitse kerktorens en glinsterende koepeldaken, haar oude, massieve muren, en op de eilandjes in de baai, waar het tsarisme, kort vóór den wereldoorlog, groote vestingwerken aanleggen liet.... Op een mooien zomerschen middag aan het einde der week, zooals ik te Reval trof, is de weg naar Marienberg en Kosch vol vroolijke troepjes menschen en kinderen, die er op uittrekken om ergens in de bosschen te kampeeren en den heelen Zondag in de vrije natuur door te brengen.

Onze geleider liet geld voor ons wisselen en gaf ons aanwijzingen over het koopen van proviand voor de reis naar Moscou; verder waren wij vrij om ons dien dag, zoo goed wij konden, in Reval te vermaken, mits wij zorgden, 's avonds op den bepaalden tijd aan den trein te zijn. Reval is vol schilderachtigheden.

Op de boot en ook nog te Reval behooren wij ons zoo te gedragen, dat men zoo min mogelijk op ons let. Maar zijn raad wordt allesbehalve stipt opgevolgd. Velen van ons groot gezelschap er zijn tusschen de vijftig en zestig »bolschewiki« aan boord zijn jong, overmoedig en luidruchtig. Er wordt geschertst en gelachen en luid geboomd en heftig geredetwist.