Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


De schranderen en behendigen onder ons zoeken door list te veroveren wat ze niet door geweld hebben kunnen verkrijgen, en meenen gewonnen te hebben als die toeleg haar is gelukt. De anderen bukken als overwonnelingen, maar die te ieder stond tot rebellie gereed zijn.

En al is 't ook geen christelijk slapen met den ouden heer, zoo is hij toch heer en kan slapen als een heer en doen wat hem behaagt. Geen koning en geen keizer, en al kwam onze hertog Frederik Frans zelf, zullen er mij toe bewegen, mij met eene rebellie tegen het huiselijk gebruik in te laten."

En ook al had hij dit niet geschreven, dan nog zou hij in 't vervolg hun partij tegenover zich gevonden hebben, want hij waagde 't immers, op te treden tegen Voltaire, diens wil te dwarsboomen. Hij heesch de vaan der rebellie tegen den leider, en dat kon niet worden getolereerd. Tot aan dit tijdstip waren de relaties tusschen Rousseau en Voltaire uit de verte altijd kollegiaal-korrekt geweest.

Het Gouvernement der Vereenigde Staten toch kon niet dan zeer moeielijk deze onafhankelijke dweepers tot onderwerping brengen; het had zich meester gemaakt van Utah, en dit doen gehoorzamen aan de wetten der Unie, na Brigham Young in hechtenis te hebben genomen als schuldig aan rebellie en veelwijverij.

Doch in het volgende oogenblik schieten er stralen uit zijn slangenoogen en zijn lange handen ballen zich krampachtig, alsof zij een lang gezochten, moeilijk te vatten vijand grepen, in wiens doodsstrijd hij zich reeds verlustigt, en hij mompelt: "Als hij het is, die mijn goud stal voor die Jezebel Elizabeth; als hij het is, op wiens raad de Geuzen uit Engeland verdreven werden met: 'Geen proviand, geen water, maar slechts kogels en kruit, om rebellie in dit land te stoken, dan zou ik hem zelfs nog liever in mijn macht willen hebben dan Willem den Zwijger."

Het was op deze verlokkende manier, dat deze duivelsche meid mij de nieuwe loopbaan afschilderde die zij mij toedacht, de eenige trouwens die mij overbleef, nu ik tot de doodstraf was vervallen. Zal ik u de waarheid zeggen, meneer? 't Kostte haar niet veel moeite mij daartoe te doen besluiten. Het kwam mij voor dat ik mij inniger met haar verbond door dit leven van avonturen en rebellie.

Vrouw Snibs meende hare handelwijze jegens dominé Roestink te rechtvaardigen tegenover hare geloofsverwanten, met te zeggen »dat hij nog maar ten halve verlicht was, dat hij hinkte op twee gedachten, en laag neerzag op de kinderen Gods, omdat zijn hart naar de wereldsche ijdelheden trok." Gelukkig vond de laaghartige onder deze geloovigen juist geene lichtgeloovigen. Zij hadden zelven al genoeg ervaring van de disharmonie tusschen hare woorden en hare daden, om op hare aanklacht een man te veroordeelen of te wantrouwen, wiens handel en wandel in overeenstemming was met zijne stichtelijke redenen. Zijne profetie omtrent de gevaren die Piet kon loopen, scheen zich echter niet te verwezelijken. Toch wel niet omdat Piet naar het voorschrift zijner moeder de Roomsche kerk links liet liggen; integendeel, hij legde er de obstinatie in van zijne wrokkende rebellie om precies te doen wat hem onder zulke bedreigingen werd geboden, te laten. Hetzij hij reeds zoo verhard was door het lijden, dat hare bedreigingen voor hem geene beteekenis meer hadden; hetzij hij de heimelijke wegen wist te gaan, die voor betrapt worden veiligden; maar de oude pastoor liet hem stil in zijn hoek zitten, beelden en schilderijen aangapen en naar het koorgezang luisteren, al had hij hem meermalen opgemerkt. De zucht tot proselietenmakerij werd weinig aangemoedigd onder het vaderlijk bestuur van Koning Willem I, die van uiterlijke orde en rust hield in de kerk en onder kerkelijke personen, ten koste van den inwendigen vrede mogelijk; maar d

"Nieuwe rebellie!" riep meester Claes Gerritsz: "hei ho! wakkere poorters! laat den gevangene niet ontsnappen." "Gij zult mij toch niet willen houden," riep Feiko, die niets in de wereld boven een Frieschen edelman stelde, "tegen den wil van Jonker Seerp Van Adeelen?" "Stil Feiko!" zeide deze: "vertel mij wat de reden van dit rumoer is."

"Is het de wil van den Graaf," vroeg Adeelen, die opgestaan was en hijgende op zijn zwaard stond te leunen, "dat men Frieslands afgevaardigden en hunnen dienaars smaadheden aandoe?" "Wanneer Frieslands afgevaardigden rebellie plegen," balkte Claes Gerritsz, "dient art. 16 van het Privil...."

Mijn roep is de roep ten strijde, ik kweek feitelijke rebellie, Hij die met mij gaat moet wel gewapend gaan, Hij die met mij gaat zal dikwijls karig voedsel, armoede, boosaardige vijanden, verlatenheid vinden. Allons! De heirweg ligt voor ons open! Hij is veilig ik heb hem beproefd mijn eigen voeten hebben hem lang en vaak betreden blijf niet achter!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek