Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


De bode wilde juist aan meneer Van Reelant mededeelen, dat het hard regende, doch toen hij zag, dat de nette meneer met de nette zwarte jas en blinkenden, zwarten hoed een zoo mogelijk nog netter zwartzijden regenscherm ter hand nam, zweeg hij. Buitengewone beleefdheid was overbodig met dezen norschen heer, die altijd op denzelfden hoogen toon sprak, en nooit glimlachte.

Miss Ophelia zette zich op den laatst overmeesterden koffer, en nadat zij eene verschansing van hare andere goederen had gebouwd, scheen zij zich gereed te houden om die tot het uiterste te verdedigen. "Zal ik uw koffer dragen, Juffrouw?" "Zal ik uwe bagage opladen?" "Laat mij maar voor uw goed zorgen." "Zal ik u helpen, Juffrouw?" regende het om haar heen, zonder dat zij er op lette.

Het regende nauwlijks meer. Kan je loopen, mannetje? vroeg de Jager teeder tot Cecilianus, die geluk hem zoû aanbrengen, morgen, in het Colosseum, als hij den Leeuw moest bekampen. Jawel.... Zit je niet liever op mijn schouders? Ja! O ja! Op je schouders! Paardje rijden! juichte Cecilianus. Jij op mijn schouders? vroeg Colosseros aan Cecilius. Ja, ja! wilde Cecilius wel.

Wij moesten inderdaad vluchten, want een twintigtal inboorlingen, met bogen en slingers gewapend, verschenen aan den rand van een boschje, dat op nauwelijks honderd pas afstands ons aan den rechterkant het uitzicht belette. Onze sloep lag tien vademen van ons af. De wilden naderden langzaam, maar maakten de meest vijandige bewegingen; het regende pijlen en steenen.

Des morgens zagen de drukkersgezellen in 't voorbijgaan den armen kleine, nog half-slapend op den grond zittende, of geheel ingeslapen in een hoek op zijn mandje ineengedoken. Als 't regende had een oude vrouw, de portierster, medelijden met hem, zij nam hem in haar armoedig kamertje, waarin niets was dan een stroomatras, een spinnewiel en twee houten stoelen.

Het waren donkere straten, slijkerig, onophoudelijk versperd door wagens en kisten en balen en pakken van allerlei aard, en slechts met moeite baanden wij ons een weg door de hinderpalen, die telkens zich vernieuwden. Ik had Capi aan een touw gebonden en hij volgde mij op de hielen; het was pas één uur in den namiddag en toch was in alle winkels het gaslicht aangestoken; het regende roet.

Doch op den terugweg, aan den oever van de Chung-chung, moest weder op den vloed gewacht worden, en toen het eindelijk zoo ver was, bleek het dat de schuit om over te varen niet beschikbaar was. Het regende onophoudelijk, en wij werden op de onbeschutte landingsplaats doornat. Eindelijk kwam de schuit, maar nu vertoonde zich een beambte om de passen te viseeren.

En opgehitst door den heilige drong de tierende troep op het reisgezelschap aan. De luitenant en de kapitein trokken hunne sabels. Selam deelde stokslagen uit, maar hij kreeg vloeken en slagen weerom. Opeens regende het steenen. Vooruit, riep de kapitein, vooruit, er op in!

Bovendien bemerkte ik, dat hoewel het hard regende, de kleeren van dat wezen niet nat werden, en toen ik dat vreemde verschijnsel had opgemerkt, begreep ik dadelijk, dat de vrouw niemand anders was dan de ééne of andere kwade geest. Het schepsel nam de gedaante aan van een lieftallig meisje, ten einde mij door haar tallooze bekoringen te betooveren, in de hoop, dat zij onze visch zou krijgen."

Toch is een man langs het raam opgeklommen. Het regende gisteravond een weinig. Hier is de afdruk van een voet in slijk op het kozijn. En daar is een rond modderig afdruksel, en hier weder, en ginds bij de tafel. Ziehier, Watson! Dit is werkelijk een zeer aardige ontdekking." Ik zag overal duidelijke ronde plekken op den vloer. »Dat is geen voetstap," zeide ik.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek