Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
»In de maand Farwardin ," begon de jongeling opnieuw, »moeten onze legers aan de grenzen van Egypte staan, wijl in Murdâd de Nijl buiten zijne oevers treedt, en den marsch van het voetvolk zeer zou bemoeilijken. De Helleen Phanes is thans op weg naar de Arabieren, om een verbond met hen te sluiten. De zonen der woestijn moeten ons in hun dor en onherbergzaam land van water en van gidsen voorzien.
Van dat oogenblik nam de koorts onophoudelijk in hevigheid toe. Wakend droomende meende de ongelukkige den verbannen Phanes te zien, die een Grieksch straatliedje zong, en hem zoo schandelijk bespotte, dat hij zijne vuisten balde van toorn. Dan zag hij Cresus, zijn vriend en raadsman.
Doch ook de oude Kallias monsterde, hoogmoedig en met zelfvoldoening, den kring der gasten, terwijl hij de aanwezigen één voor één scheen te willen toeroepen: "Ziet, vrienden, op zulke mannen kan mijn roemrijk vaderland bogen!" Daarop vatte hij andermaal Phanes' hand en zeide: "Niet minder dan gij, mijn vriend, haat ik den dwingeland.
»Ik ben niet in staat zijne rede weder te geven, want mijne woorden zouden bij de zijne klinken, als tromgeroffel bij donderslagen. En toen wij eindelijk, door onze geestdrift weggesleept, eenstemmig tot den krijg besloten, nam Phanes nog eenmaal het woord, en deed de middelen en wegen aan de hand, om op de gemakkelijkste wijze de zege te behalen."
»Intusschen had Cassandane, door de kunst van den Egyptenaar Nebenchari, het gezicht teruggekregen, eene gebeurtenis die natuurlijk veel bijdroeg, om 's konings zwaarmoedigheid te verdrijven. Wij beleefden goede dagen, en reeds maakte ik plannen om de hand van Atossa te vragen, toen Phanes naar Arabië vertrok, en alles een geheel ander aanzien kreeg.
Phanes maakte glimlachend een gebaar, als wilde hij zeggen, dat hij dit niet begeerde, en vroeg: »Veroorlooft gij mij, tot u en uwe hofbeambten eenige vragen te richten?" »Spreek en vraag, hoe en wat gij wilt!" Op dat oogenblik trad de opperjachtmeester in de zaal, en kondigde aan, dat alles in gereedheid was.
Phanes ontweek dien echter, en bracht op hetzelfde oogenblik den reus met de bloote vuist zulk een geweldigen slag onder de oogen toe, dat een dikke bloedstroom uit zijn mond en zijn neus sprong, en de onbehouwen kerel huilend nederstortte. Toen men hem overeind had geholpen, geleek zijn aangezicht op eene groenachtig blauwe pompoen. De knapen hadden niet weinig pret hierover.
Op hetzelfde oogenblik trad de oude dienaar bleek en bevend het vertrek binnen. »Hebt gij mijn zoon gezien?" riep Cresus hem reeds uit de verte tegen. »Waar is Phanes?" »Beiden laten u door mij hun afscheidsgroet brengen." »Zijn zij dan ontkomen? Hoe zijn zij er door gekomen? Waarheen zijn zij gegaan?
En dan kan hij geschiedenissen verhalen, dat den toehoorders er het hart in 't lijf van opspringt." »Wij hebben een diergelijk man leeren kennen," zeide Darius, lachende om de geestdrift van zijn vriend, »namelijk Phanes, den Athener, die gekomen is om onze onschuld te bewijzen." »Democedes, de geneesheer, is uit Kroton, 't welk dicht bij de plek moet liggen, waar de zon ondergaat."
Maar ook de gelederen der Perzen stelden zich thans in beweging, en Phanes wierp zich, buiten zich zelf van woede en smart, gevolgd door zijne, over de schandelijke wreedheid hunner landgenooten, verontwaardigde zwaargewapenden, op dezelfde mannen, wier liefde hij door zijne tienjarige trouw meende te hebben verdiend en verworven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek