Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
»Zeker, mijne vriendin; ik achtte toch de ervaring, dat het goud zelfs een verstandig man tot een dwaas maakt, niet te duur betaald." »Gij waart de mildste van alle vorsten!" riep Phanes. »En ik ben thans de tevredenste van alle bedelaars. Maar zeg mij, Phryxus, hoeveel heeft Amasis tot den tempelbouw bijgedragen?" »Hij gaf duizend centenaars aluin!"
Zulk een vergrijp zal in Perzië, waar zich alles voor den koning als voor de godheid buigt, naar recht en billijkheid vergolden worden. Cambyzes is ons de bestraffing van Gyges schuldig." »Maar ik zal er hem toch niet toe aanmanen, want ik wil u bekennen, dat ik mij hartelijk verheug over de redding van Phanes.
De weduwe van Amasis, Ladice, die zich eveneens aan den Perzischen koning kwam vertoonen, werd met achting bejegend, en op voorspraak van Phanes, wien zij zich altijd genegen had betoond, onder veilig geleide naar haar vaderland Cyrene gezonden, waar zij bleef tot aan den val van haar neef Arkesilaus III, en de vlucht harer zuster Pheretime . Toen nam zij de wijk naar Anthylla in Egypte, welke stad haar toebehoorde, en leefde daar in de grootste afzondering, tot zij in hoogen ouderdom overleed.
Phanes zweeg en drukte zijn hand op zijn wond. Cambyzes zag hem een tijdlang met de grootste verbazing aan, deed daarop een stap voorwaarts, en wilde reeds den gordel van den Athener aanraken, een teeken, dat met de onderteekening van een doodvonnis gelijkstond , toen zijn blik op de keten viel, die hij den Athener, tot belooning voor de behendigheid waarmede hij de onschuld van Nitetis had bewezen, om den hals had gehangen.
»Phanes is weg," antwoordde de oude, ernstiger wordende. »Rhodopis heeft mij bevolen u in huis te zenden, indien er bezoek mocht komen... Ga dus, meisje, opdat ik de poort opensluite. Kom, verwijder u spoedig, daar klopt men reeds voor de derde maal." Sappho deed als liep zij hard naar huis.
Nu, ik wist wel dat ik mij niet bedroog, maar laat ons thans vernemen, waarom gij Egypte moet of wilt verlaten, opdat wij mogen overleggen, of er mogelijkheid bestaat uwe verbanning van het hof te doen herroepen, en u alzoo in ons midden te houden." Eene pijnlijke glimlach plooide Phanes' lippen. »Ik dank u, Rhodopis," antwoordde hij, »voor uwe vleiende woorden.
Met daden zal ik u echter, zoodra gij mijne hulp behoeft, een antwoord geven, dat den spijker juist op den kop slaat." Rhodopis zag beide mannen aan met een welgevallig lachje. Daarop reikte zij ieder van hen de hand, zeggende: »Uw verhaal, arme Phanes, heeft mij helaas tot de overtuiging gebracht, dat gij onmogelijk langer in dit land kunt blijven.
Want is het leven van haar gade haar dierbaar, zijn krijgsroem moet haar meer waard zijn." »Ga ten strijde! Mijn gebed zal u beschermen." »En de rechtvaardige zaak zal zegevieren! Eerst slaan wij het leger van den pharao, dan wordt Phanes' dochterke bevrijd...." »En dan de edele Aristomachus, die de plaats van den gevluchten Phanes heeft ingenomen.
Maar bedenk, dat gij met het eerste leugenachtige woord uw eigen doodvonnis uitspreekt!" Phanes hoorde deze dreigende woorden met de grootste kalmte aan, en antwoordde, met eene bevallige buiging: »Voor de zon en voor mijn koning kan niets verborgen blijven. Hoe zou een arm sterveling voor den almachtige de waarheid kunnen bedekken?
Geen der aanwezigen twijfelde meer aan de onschuld van Bartja, ofschoon die tot nog toe slechts door vermoedens kon worden bewezen. Waar het geloof aan schuld zwak is, vindt de verdediger gewoonlijk wijd geopende ooren. Met echt Attische scherpzinnigheid had Phanes uit het gehoorde de ware toedracht dezer treurige zaak opgemaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek