Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Ja, de Keizer doet nuttige dingen! antwoordde Siddha; en daarbij tevens aan den merkwaardigen man denkend met wien hij den vorigen dag over Akbar gesproken had, deelde hij Parviz in algemeene bewoordingen zijne ontmoeting mede en vroeg hem of hij den persoon kende, wiens uiterlijk hij beschreef.

Daarop in de handen klappend, vroeg hij den spoedig verschenen dienaar: Is mijn neef Parviz hier? Ik zag hem zooeven nog in den hof gaan, antwoordde de dienaar. Zeg, dat ik hem hier wensch te zien!

Intusschen blijf ik u ook ditmaaal weer dankbaar voor uw vriendelijk geleide! En haastig zijn vriend groetend, wenkte hij den ruiter en was spoedig met hem in een gesprek over dienstzaken, maar dat hij even snel weer afbrak zoodra Parviz uit het gezigt was. Toen snelde hij heen met rassche schreden. Waarheen? Hij wist het niet.

Indien gij wilt, sprak nog Parviz vóór het scheiden, kom dan tegen den avond mij afhalen; mijn woning ligt in uw weg, en dan gaan wij zamen. Met genoegen! antwoordde de ander en begaf zich terug naar zijn post.

En op een vriendelijken wenk van den Staatsdienaar verwijderden zich de beide jongelieden en verlieten gezamenlijk het paleis. Kom! zei Parviz, toen zij buiten waren, 't is gelukkig nog zoo heel warm niet, en we konden dus wel eens dadelijk het eerste gaan zien waar een bezoeker van Agra wel vóór alles heengaat, het paleis van den Keizer.

Wat menigte van edele dieren daar niet zijn moet, merkte hij op. Ja, antwoordde Parviz, een goede honderd olifanten zijn er onder anderen stellig wel hier; hoeveel er elders nog voor den Keizer worden gehouden weet ik niet met zekerheid; naar men zegt moet hij er nog heel wat bezitten en een evenredig aantal kameelen en paarden en jagt-luipaarden.

Wonderlijke aardigheden toch! merkte Parviz op. Ja, en ellendige ook, voor zoover ze 't bijgeloof helpen voeden. Eerlijke en fatsoenlijke Brahmanen verachten ze dan ook diep. Maar hebt ge mij niet gezegd, dat wij een dierengevecht te zien zouden krijgen? Welzeker! en ik bemerk daar aan de vlaggen ginds dat het haast zal beginnen. Laat ons daar heen gaan en er een plaats zoeken!

Ook zou de vraag nog mogen heeten wiens avond wel het nuttigst besteed zou zijn. Nu maak u maar niet boos, edele Feizi! sprak de Prins vergoelijkend, ik meen het zoo kwaad niet. Doch moet ik u dan uwe avonden laten, gun mij ook de mijnen! En gij Parviz! ging hij, tot dezen zich keerend, voort, hebt gij ook soms zoo zwaarwigtige bezigheden, die u van een onschuldig genoegen moeten terughouden?

Gij begrijpt wel, zei Parviz, dat we dat alles wat daarbinnen is nu niet in eens zien kunnen, ook al waren we nog zoo bestand tegen vermoeijenis; wij zouden er toch den tijd niet voor hebben. Doch laten we nu dan voorloopig eens het een en ander er van bekijken, dan kunt gij u ten minste eenig begrip vormen van het geheel. Gaandeweg zult gij er later wel meer van zien.

Maar nu! vervolgde Parviz na een oogenblik stilzwijgen, 't wordt nu waarlijk onze tijd om naar huis te gaan; de zon begint al te branden en ik wil u ook wel bekennen dat ik wat vermoeid ben.

Anderen Op Zoek