United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl de hertogin zich met Don Quichot onderhield en soms over Sancho Panza's kluchtige invallen lachte, reed de hertog in vollen ren vooruit, om aan al zijne dienaren voor te schrijven, op wat wijze de dolende ridder moest ontvangen worden.

Wie mij met zulke instrumenten aankomt, heeft te wachten, dat ik hem den schedel insla." De hertogin vond Sancho Panza's gramstorigheid en heel zijn uitzien zoo kluchtig, dat zij 't wel van lachen uitschateren moest. De hertog daarentegen zette een zeer ernstig gezicht en hield zich, alsof hij die plagerij ten strengste afkeurde.

"Met Sancho Panza's geeseling zal het langzaam vooruitgaan; maar eindelijk zal de aanminnige Dulcinea van Toboso u toch in haar vollen glans weer verschijnen." "Verder verlang ik niets te weten," zeide Don Quichot en trad terug. "Maar gij, Sancho Panza, wilt gij het hoofd niet eene vraag voorleggen?" "Ei, te vragen had ik genoeg, maar ik wil 't kort maken," zei Sancho.

Toen het blaffen niet ophield, voegden zich daar nog andere tonen bij: ezels balkten, varkens knorden, paarden snoven, katten miauwden, wat alles in de stilte van den nacht duidelijker dan ooit hoorbaar was. Don Quichot behaagde dat volstrekt niet, daar hij al die geluiden voor slechte voorteekens hield, hoewel hij er niets van zei, maar stil aan Sancho Panza's zijde doorreed.

Ik laat mij nu zoo weinig van mijn voornemen afbrengen, als ik ooit een Turk worden wil. Liever dan in dit verwenschte stadhouderschap blijven, wil ik zonder vleugels ten hemel vliegen. Neen, neen! Ik ben uit het geslacht der Panza's, die een hardnekkig geslacht zijn.

Daar de proef op de som echter zoo spoedig geleverd zou worden, gaf hij zijne ongeloovigheid niet te kennen, maar dankte Don Moreno, dat die hem met zulk een merkwaardig tooverwerk had bekendgemaakt. Zij verlieten het vertrek en keerden naar het overige gezelschap terug, dat zich onderwijl met Sancho Panza's grappen en kluchtige vertellingen niet weinig vermaakt had.

Zijn eenige fout is maar, dat hij niet door de lucht kan vliegen." Allen lachten over Sancho Panza's dwaze aanmerking, en de gravin ging voort: "Zoo gij bereid zijt, heer ridder, mijne wenschen te vervullen en u aan dat wonderdadig ros toe te vertrouwen, dan zal het zich op mijn wenk een half uur voor den donker in ons midden bevinden."

Terwijl nu daar binnen in huis over den ridder geklaagd, getreurd en gelamenteerd werd, kreeg zijn arme schildknaap het daarbuiten op den hof bitter zwaar te verantwoorden. Op het bericht van Don Quichots terugkeer kwam namelijk Sancho Panza's vrouw toe en vond haren echtvriend op het punt van zijn ezel te bestijgen, om naar zijne hut en zijne dierbare gade terug te keeren.

"Kunt gij mij ook zeggen, of het waarheid of een droom was, wat mij in de grot van Montesinos is overkomen? Kan ik mij op Sancho Panza's zelfkastijding gerust verlaten? En eindelijk, zal mijne edele gebiederes Dulcinea ooit onttooverd worden?" "Van die grot zwijg ik," antwoordde het hoofd.