Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 oktober 2025


Er is er een gekomen, zei Domitilla; die in kokende olie is gedompeld geworden. Die is het, zeide Fabulla. Dan moet je ons brengen naar dien heiligen man, beval Domitia. Goed, zeide Fabulla. Wij hebben donkere mantels, zei Domitilla. Zij stonden reeds op, grepen hare mantels. Om te vergéten wat haar drukte, beangstigde in het Palatium, zochten zij, zochten zij naar telkens andere ontroering.

Knapen, zijn jullie moê of draag je ons nog een andere mimus-tweespraak voor? De jongens waren bereid. Wat dunkt u, edele heer, zei Cecilius; van "Adonis en Afrodite?" Maar Hermes, verschrikt, naderde Plinius. Heer, zeide hij. Wat is er? Er is een boodschapper van het Palatium.... Allen schrikten.

Edele Crispinus, als ik de domina zeide, heb toch geen vrees, dat ik.... Onder òns menschen dènken wij niet aan wat gij denkt, hier, in het Palatium, op den Palatinus. Wij zijn histriones, weet ge en wij hebben

Hij weet niet meer, geloof ik, dat ik besta. Ik ga wel meê in zijn gevolg, maar hij ziet niet meer naar mij om. En ik kan toch ook niet weg uit het Palatium. Ik mag niet weg. En het is beter, dat ik blijf, want mijn ouders zijn arm.... En Earinus werd heel weemoedig, maar hij wilde het niet laten blijken.

Hier zijn ze, Augusta, zei Crispina en toonde de jongens. De vrouwen zaten op rustbank, schabellen. Zij waren de onverdraagbare somberheid van het Palatium ontvlucht. Zij wisten, dat Crispina hare zonen wachtte.... Weten zij iets? vroeg Domitia, lacherig. Niets, Augusta, zei Crispina. Weten zij niets? fluistervroegen Domitilla, Fabulla. Niets, herhaalde Crispina.

Trouwens, je hebt een gelukkige keuze gedaan, door bij mij te blijven; je begrijpt, op het Palatium is het uit met edelen Crispinus en met je moeder vermoedelijk ook.... Had ik maar in Rome een jong slaafje kunnen vinden om te drillen, voor de vrouwerollen, als jullie beiden adulescens zijn.... Bij de goden, zèg toch eens wat, jullie jongens: anders staan jullie snaters niet stil en bauwen jullie elkanders woorden na of je elkander je rollen voor zegt en nu zitten jullie daar met je mondjes vol tanden en met zulke bedremmelde oogen te kijken alsof je geen tien meer kunt tellen!

En, door de modder, plaste hij, eenzaam, door de nog regenstroomende modderstraten der Theater- en portiekenwijk, naar het Palatium, om den Keizer te verstrooien. Dien volgenden avond laat hoe vol was het weêr bij Nilus! zaten Cecilius en Cecilianus, bij de schenkbank, vlak tegenover de telkens open en dicht gaande deur, hun soep te eten.

Zij genoten hun langere siësta, zij genoten van lui langen avond, als de dauwige koelte zelfs niet zeefde tusschen de nauwe straten en sloppen maar, hoewel loomer en langzamer, gleed hun zelfde leven voort.... De anderen, de Keizer en wie hem omringden, waren zekerlijk wel gewend Rome's warmte te ontvluchten, ook al lag het Palatium in tuinen en parken op wijden heuvel, omwaaid van koeleren bries.

De Keizerin wel, verzekerden enkele Senatoren; wij waren van morgen op het Palatium genoodigd.... Om van uit het achterperistylium de processie te zien op het Tempelplein.... De Keizerin kwam uit het Huis van Livia.... Zij zal komen, zij zal zeker komen.... En allen zagen links en rechts, naar de beide Tribunalen: de keizerlijke loge's ter zijde van het proscænium.

Neen, ik heb lang en goed geslapen: de lucht is zoo frisch en het is hier zoo mooi en zoo wijd en ik zal opstaan en we zullen de heuvels opgaan; ik wil de heuvels opgaan, daar, daar, ginds: kan je van daar Rome zien, Carpoforus en de parken van den Palatinus en het Palatium....? Niet van zoo ver, mijn zoete jongen.... Maar laat ons gaan, als je wilt. Zij gingen.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek