Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


"Omdat," antwoordt de Engelschman, "gij mij de overzetting van die brieven nog niet hebt gegeven. Daarmee zal nog wel eenige tijd gemoeid zijn." "Volstrekt niet." "Waarom niet?"

Echter, de bewerkers hebben niet louter weggelaten of hun voorbeeld schade doen lijden bij de overzetting. Hier en daar voegen zij GIELIJS meer dan HEINREC iets van het hunne in; onder die invoegsels of wijzigingen zijn er die verdienstelijk of karakteristiek mogen heeten.

De overzetting der laatste woorden van juffrouw Laps, geven 'n geheel nieuw inzicht in de bedoeling harer dierwording, en toonen ten duidelykste aan hoe hare zoogvatbaarheid in nauw verband staat met de welbegrepen belangen van volksbeschaving en verdere zoölogie.

Men zou in het werk van Oehlenschläger misschien de beide bestanddeelen kunnen terugvinden, ik heb het al gezegd, maar Wergeland geeft eerst de echt Noorsche overzetting.

Indien wij echter in aanmerking nemen dat in het laatste couplet van het tweede fragment de geestelijke tint bij de overzetting vrij wat sterker is geworden, dan zouden wij geneigd zijn voorloopig een geestelijke voor den bewerker te houden. Maar geen geestelijke zal het geweest zijn, die ons het verhaal van den Bere Wisselau heeft nagelaten.

Van Bierenstag, die somwijlen bij Prevost een glas wijn komt drinken, heeft zich bereid verklaard die overzetting te beproeven, terwijl wij ten slotte vermelden, dat de jonker meer dan vroeger het huis van mevrouw Van Tal bezoekt, hetgeen misschien met Charlotte nog wel Maar dat moeten wij afwachten. "Heel lief, Suus, speel maar gerust door; ik hoor je best al praat ik. De Reeverie ?

Een Fransch spreekwoord zegt: "quand on n'a pas ce que l'on aime, on aime ce que l'on a;" aldus hoop ik ook, dat de lezer genoegen zal willen nemen met de volgende overzetting in proza van een buitengewoon belangwekkend nationaal gedicht. Het verhaal.

Toen BERYER, le prince des orateurs d.i. naar myn overzetting: 'n knoeier van de ergste soort in één zitting voor en tegen dezelfde zaak pleitte, kwam 't den voorzitter zeker niet in de gedachte dat het eigenlyk zyn plicht was dien oneerlijken man de deur te wyzen. Integendeel.

Het aardige echter van het geval is, dat men absoluut niet meer wist, dat zijn auteur een Jood was. Bij de overzetting was de naam Ibn Gabirol of G'ebrol eerst verbasterd tot Avencebrol, later tot Avicebron en dezen fantastischen Avicebron hield men voor den een of anderen vromen monnik!

Hij vergelijkt met dit vers drie teksten: het arabisch, dat zegt: "de winden Gods bliezen;" Flavius Josephus, die zegt: "Een wind van boven viel op de aarde;" en eindelijk de Chaldeeuwsche overzetting van Onkelos, die zegt: "Een wind, die van God kwam, blies over de wateren."

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek