Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


"O, heilige Voorzienigheid!" ... mompelde Schaunard. "Marcel, geef een stoel aan mijnheer...." "Blancheron," vulde de vreemdeling aan; "Blancheron uit Nantes, afgevaardigde van de suikerindustrie, oud-burgemeester van V...., kapitein van de garde nationale, en schrijver van een brochure over de suikerquaestie."

"Ja," antwoordt de Engelschman kortaf, en om verdere vragen te voorkomen: "Kunt gij mij zeggen, waar de familie Bodé Volckers woont?" "Och, iedereen weet dat; hij is onze oud-burgemeester, de vorst-koopman van Antwerpen, Niklaas Bodé Volckers, die op de Place de Meir woont." "O, de Place de Meir, dank u, senor," antwoordt Guy, en den toortsjongen terugroepend, zegt hij: "Bodé Volckers!"

Bedaard eindigt de Oud-Burgemeester zijn maal, onderhoudt zelfs zijne vrouw, bij wie hij alle ongerustheid wil doen verdwijnen, over onverschillige zaken, waarschuwt haar, dat hij "misschien wel op 't Stadhuis zal worden geroepen," en begeeft zich weder naar boven. Weinig verandering brengt hem het tooneel aan, dat hij voor zich heeft.

Maar ook de Vroedschap is heden avond niet slecht vertegenwoordigd: daarover ons zit de grijze Jacob De Graeff, die, in 1619 uit den Raad gezet, in 1630 daar weder inkwam op den eed, door hem in 1603 gedaan; wat verder de oud-burgemeester Gerard Schaep, die op de Bloemmarkt woont, met zijne nog altijd bekoorlijke vrouw, Maria Spieghel, die als kind op Vondels schoot gezeten heeft, toen hij nog bij haren oudoom, den beroemden zededichter, verkeerde.

De gravin De Pariza steekt haar deftige, magere, strenge hand niet uit als de dochter van den oud-burgemeester tot op den grond voor haar buigt, doch zegt tamelijk uit de hoogte: "Wij zijn hier gekomen, juffrouw Bodé Volckers, om u nog eens te zien dansen. Het verschafte mij gisteravond veel vermaak."

Chester herinnert zich, hoe minachtend de lakei van de gravin van Mansfeld zich heeft uitgelaten over de dochter van den oud-burgemeester, die tot vermaak van het gezelschap danst in de kostbaarste zijden stoffen van haar vader, en het kost hem moeite, een glimlach te onderdrukken.

Wij willen hopen, dat het vertelsel logenachtig is, en dat berouw de laatste oogenblikken verzoette, van den kracht- en geestvollen, maar misdadigen Oud-Burgemeester. In den Put. Wij gaan maar weinige stappen verder, op den Middeldam, en, wederom een sprong doende deze reis van ruim eene halve eeuw bevinden wij ons voor eene andere burgerwoning, die een put in den gevel voert.

Niets meer van al die malle bokkensprongen, niets meer van al die halve trillers en dat hooge Italiaansche gegil," bromt de oud-burgemeester. "Denk aan den tienden penning! Op een goeden dag zal ik zelf nog muziekmeester moeten worden," en onder het uiten van die buitensporige profetie verdwijnt Bodé Volckers naar zijn kantoor. Maar dit is iedereen te kras.

"Daar zijn zij," zegt de Oud-Burgemeester. "Stijntje! open de voordeur; 't is beter, dat ik hun te gemoet ga, dan dat zij mij komen halen. Vaarwel moeder!" vervolgt hij, zijne vrouw, die niet recht begrijpt wat er aan de hand is, een kus op de dorre wang drukkende: "ik ga naar de Vergadering."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek