Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Wanneer gij weer te Ostromdscha komt, zult gij daar wel over ons hooren spreken. Vertel de menschen hoe het gegaan is. Ik had gehoord, dat wij zouden worden overvallen, of van uit een hinderlaag doodgeschoten, en toen kwam ik op het denkbeeld, om de menschen in den waan te brengen dat wij kogelvrij waren, omdat men dan hoogst waarschijnlijk niet op ons schieten zou.

Deze onvoorzichtige man heeft in Ostromdscha een formeelen opstand in het leven geroepen, de menschen tegen elkander opgestookt en 's nachts zelfs de hut van een vromen man in brand gestoken. Dat is zeer zeker een misdaad, die Allah nooit zal vergeven! O, die man gelooft niet aan Allah. Het was een Giaur, een Christen die varkensvleesch eet. Dan wacht hem de hel.

Nu mag hij de dertig groetenissen, die ik hem heb opgedragen mee te nemen naar Ostromdscha, daar uitdeelen aan wien hij wil. Verweerde hij zich niet? Hij had daar wel eenigen lust in, maar ik zeide hem heel vriendelijk en deelnemend, dat hij, wanneer hij tegenspartelde, er vijftig kreeg; ging hij gewillig op den grond liggen, dan kreeg hij er maar dertig. Hij was zoo wijs het laatste te kiezen.

Dat was duidelijk genoeg. En wanneer ik nog niet geweten had dat men voornemens was ons op te wachten, dan had ik het nu gemakkelijk kunnen raden. Zoo heel slim was dat volkje dus nog niet. Nu zijn zij weg! Wat nu te doen? Op het oogenblik niets. Wij zijn nu weer juist evenver als voor onze aankomst hier in Ostromdscha. Onze vijanden zijn ons voor. Zij zijn vrij en zelfs nog één man sterker.

Ik weet niet of ik dan nog in Ostromdscha wezen zal. Heer, wilt gij reeds zoo spoedig weer vertrekken. Ja, ik kwam niet hier met het voornemen hier lang te vertoeven. Ik heb maar weinig tijd te missen. Maar vertel mij eens, welke kracht schrijft gij aan den distelkoning toe? De gewone Hadsch Marrjam geneest, als thee gedronken, de longtering, wanneer deze tenminste niet te zeer verouderd is.

Ik zal u vertellen hoe ik dat heb aangelegd. En nu legde ik hem alles uit. Zijn gezicht werd al langer. Toen bekwam hij langzamerhand van zijn verbazing, hoorde mij ten einde toe aan, en zeide lachend: Het verheugt mij buitengewoon, Heer, dat gij mij die geschiedenis hebt verteld. Ik zal te Ostromdscha een groote rol spelen, wanneer ik de menschen uitlach en hun vertel, hoe de zaak in elkaar zit.

O, men zal u toch wel herkennen. Dat betwijfel ik, want de Aladschy's hebben mij nog nooit gezien en kennen mij alleen uit de beschrijving. Dan is het mogelijk dat gij er in slaagt hen te misleiden, maar zouden zij niet zelf naar Ostromdscha komen? Dat is niet waarschijnlijk. Waarom niet? Denkt gij dat hun veiligheid hier gevaar loopt? Dat niet.

Gij zult u daardoor verdienstelijk maken. Hij is uit de gevangenis te Ostromdscha ontvlucht. Gij pakt hem en zendt hem naar Uskub; dan hebt gij uw plicht volbracht. Maar dan moet ik er ook heen, om inlichtingen te geven. En gij moet ook mee als getuige en aanklager. Dat doen wij gaarne. Ja, dat wil ik gelooven.

Hij vereert in hem den afstammeling van den Profeet, wien het gedurende zijn leven vergund was een blik in Allah's hemel te slaan. Ik hield mijn paard in, beantwoordde zijn eerbiedigen groet en zeide: Allah zegene uw reis, broeder! Van waar komt gij? Ik kom van Radowitsch! En waar gaat gij heen? Naar Ostromdscha, waar ik gelukkig zal aankomen, wanneer uw zegen op mij rust.

Hij lag midden in het bosch, tusschen hier en Ostromdscha. Ik ben door dat bosch gekomen. Hoe komt het dat ik dan niets van dien moord heb vernomen? Heeft men hem willen berooven? Neen, het moet uit wraak zijn gebeurd! Misschien een bloedwraak? Een andere.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek