Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Ons nieuw gekocht vaartuig heeft eene lengte van tien el zes palm, eene breedte van een el tien duim, en is van een enkelen boomstam gemaakt. De voor- en achtersteven, die een weinig oploopen, zijn met plankjes afgesloten.
Dit beteekende dat de heer Van der Hoogen waarschijnlijk nog in zijn slaapvertrek was. Hildebrand hoopte dat de hospita hem zou aandienen. Weldra kwam er ook waarlijk iemand de trap oploopen, maar het kon de hospita niet wezen, want Hildebrand hoorde degelijke manslaarzen kraken. De boven komende persoon scheen een kleinen overloop over te gaan, en hij hoorde hem een andere deur opendoen.
Ik was zeer tevreden over hen en ze waren over 't algemeen bijzonder gewillig; alleen ruw met de prauwen en menigmaal moest er een hard woord vallen als ze hun vaartuig weer tegen een ander lieten oploopen, dat kop of boorden scheuren kregen. Eens in de vier dagen was het fourageeren.
Hoort gij niet, dat het loover, door den avondwind bewogen, oude sagen fluistert? Dat het spreekt van vreugde en lijden, van vele beproevingen en oploopen, van vervlogen roem en grootheid? Wij kennen reeds den oorlog, dien Philip de Goede te voeren had tegen de overmoedige Gentenaars. De Groententers bemachtigden het slot van Schendelbeke.
"Ik weet dat je boos bent, John, maar ik kan het heusch niet helpen; ik was niet van plan je geld zoo te verspillen, en ik dacht niet, dat al die kleinigheden zoo zouden oploopen. Ik kán het niet laten als ik Sallie, al wat zij noodig heeft, zie koopen, en als zij mij beklaagt, dat ik het niet doen kan!
Lili had intusschen aan mevrouw gevraagd, of zij het goed vond, dat zij wat met De Woude ging oploopen, en mevrouw verzocht Otto nu ook een oogenblik te gaan zitten, tot zij terug zouden zijn. Wat is Eline toch mooi, vindt je niet, De Woude? vroeg Lili. Zij had hem, sedert zij met hem had schaatsen gereden, toegestaan haar bij den naam te noemen, en zij noemde hem nu: De Woude, tout court.
Even later stonden ze, allemaal 'n beetje verlegen, voor de stoep van Ceres, in 'n clubje. "Vinden jullie goed, als we 'n endje oploopen, dan praten we makkelijker," zei Han, "nee, niet allemaal op 'n rijtje." En hij ging met Else vooruit. "Heerlijk, de Breestraat bij avond," zuchtte Go bewonderend.
Ik legde mijn elboog op de leuning en hield m'n kin met m'n hand vast en keek in de duisternis en dacht aan de platte roode zon, die, lang geleden, in de groene golven van den Atlantischen oceaan was ondergegaan, de golven die opliepen met scherpe randen en holle flanken en vielen en opliepen en nu nog oploopen en vallen.
Men ziet er nog duidelijk zeven vierkante gaten in, op gelijken afstand, die rechtstandig oploopen tot de grondvlakte van de arena en waarin de balken geplaatst werden, dienende tot steun van het groote plankier van het proscenium. Het tooneel bestond dus uit het proscenium of voortooneel en het eigenlijke tooneel.
Zij voerde onmiddellijk tot een steile, modderige, morsige trap, even breed als de deur, met hooge treden, die men van de straat recht als een ladder zag oploopen, en in de duisternis tusschen twee muren verdwijnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek