Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Vergelijk Westendorp, Jaarb. van en over Groningen, p. 32 en volgg., zoo over deze als de opvolgende tijdvakken, onder de regering der Koningen Radboud I, Adgillus II, Gondebald en Radboud II., de laatste Koning over Friesland. Luden, Geschichte des Teutschen Volks. Een onwaardeerbaar boek! Gaillard, Histoire de Charlemagne. Niet een van de minsten, wat zijnen schrijftrant betreft.
En het was, op een muil, de dominus. Hermes had Plinius gewaarschuwd en hij kwam in den porticus kijken. De ruiters stegen af, begroetten Plinius. Dominus, zeide hij; ik wilde je beide knapen huren, voor eenigen tijd. Het is groot voorrecht voor mij, alleredelste patroon, zei de dominus; u de jongens te verhuren en alles wat gij mij voorstelt, acht ik onwaardeerbaar voordeel voor mij en voor hen.
Wij hebben gisteren een bij uitnemendheid vermoeienden dag gehad, en na veertien nachten achter elkander te paard te hebben doorgebracht, is het inderdaad een onwaardeerbaar genot, zich weder eens in eene goed gesloten kamer, op een op den vloer uitgespreid tapijt te mogen neervlijen.
«Integendeel; als een kostelijk en onwaardeerbaar goed wordt hij door den overwinnaar bewaard; geen heerlijker gave zou hem kunnen worden geschonken.» «Gij zijt wonderlijke lieden, gij Hellenen,» ging Datis voort. «Hoe nu? Het bezit van een bladerkrans maakt u gelukkig en ge verlangt als loon van de zege goud, zilver noch edelgesteenten!
Want de vrijheid is een onwaardeerbaar voorregt, als zij goed aangewend wordt, en als ieder burger van zijn ~persoonlijk~ belang iets wil afstaan, om het ~algemeen~ belang te bevorderen. De welvaart is een zegen, zoolang zij niet misbruikt wordt: want goed geeft moed, en vermogen magt, hoezeer die dikwijls in overmoed en trots ontaarden.
Men kan licht begrijpen dat het, na eene zeven en veertig daagsche opsluiting in eene nauwe galerij, een onwaardeerbaar genot was dezen zeewind met vochtige, zoutachtige uitwasemingen beladen, in te ademen. Ook behoefde ik er geen berouw over te hebben, dat ik mijne duistere grot had verlaten. Mijn oom, die reeds aan deze wonderen gewoon was, verwonderde zich niet meer.
»Pyroxyle," voegde Elphiston er bij. »Gij kent er de eigenschappen van," hernam Barbicane, »eigenschappen voor ons onwaardeerbaar.
In zulke oogenblikken van zalig, van onwaardeerbaar lijden verheugde zij zich onder heete tranen, te Cleveland te zijn, en toen zij langs een anderen weg naar het huis terugkeerde, met het gelukkig gevoel weer landelijke vrijheid te kunnen smaken, van plek tot plek te kunnen zwerven in ongestoorde, genotvolle eenzaamheid, besloot zij, zoolang zij bij de Palmers zou zijn, bijna ieder uur van iederen dag te genieten van zulke eenzame zwerftochten.
Hoewel dus een kijker de voorwerpen meer verlicht vertoont, en dit is voor maan-waarnemingen onwaardeerbaar, daar zij enkel een teruggekaatst licht bezit, ging men toch over tot den telescoop, die sterker vergrootingen toelaat.
Dat bij sommige aanzienlijke ingezetenen een wezenlijk gevoel voor het schoone en goede bestond, kan niet geloochend worden; en ik zal de eerste zijn om hulde te doen aan mannen, gelijk ik er velen gekend heb, die met den luister hunner geboorte en het aanzien, dat stand en rijkdom hun gaven, vernuft, geleerdheid, goeden smaak en echten kunstzin wisten te vereenigen; maar, dat het bij de meesten een zaak van mode was, zal evenmin weersproken worden door iemand, die van den toenmaligen tijdgeest slechts een flauwe kennis draagt: en zoo gebeurde het, dat schilders van den eersten rang hunne goddelijke kunst moesten verlagen om die te doen strekken tot het versieren van vertrekken of staatsiekoetsen, of het teekenen van perspectieven aan het einde eener laan en op de wanden eener oranjerie: of wel, tot het afbeelden van hun beschermer en zijn huisgezin, in de door hen gekozen, vaak belachelijke gewaden en houding; dat de dichter zijn vlucht beperken moest binnen de enge grenzen van het lofdicht, ter eere van den rijkaard, die hem betaalde, en van het beschrijvend gedicht, ter verheffing van de buitenplaats, waar hij nu en dan het onwaardeerbaar voorrecht genoot een paar dagen door te brengen: wanneer er namelijk geene meer aanzienlijke gasten waren dan de jongste boekhouder en diens familie.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek