Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Het is waar, ik had gedaan wat mogelijk was, ja zelfs bijkans het onmogelijke om door inspanning van alle krachten mij zelf te vormen, te ontwikkelen, te beschaven; maar toch, het kon niet anders die anderen zouden mij ruw en ongemanierd vinden of stijf en linksch, en de gedachte dat zij mij uitlachen zouden, was mij onverdragelijk.

Kapitein Rolf, een oud officier en retraite, is bij ons ingekwartierd op de Werve; mogelijk komt hij u wel wat ruw en ongemanierd voor, want hij is een soldaat van fortuin die geene opvoeding gehad heeft, dan in de kazerne; maar zijn hart is goed en.... mijn grootvader kan niet buiten hem." "En gij dan?" "Och, mij hindert dat niet: ik ben er aan gewoon.

Hij deed haar zeer, hij was ongemanierd en hij was onzedelijk. Maar moest ze nu subiet opkijken ze zou geen ongemanierdheid en geen cynische treiteringe zien. Ze voelde 't heel klaar, en opkijken en deed ze niet. Maar bukte hij zich niet en leunde op de tafel om beter zijn blikken te doen wegen. Ze stond haastig rechte en zei: 't Is tijd. 't Klonk eenbarelijk en ze was zelve verwonderd.

Kijk eens, ik wil je heel graag bij mij houden en ik hoop dat je je hier hoe langer hoe meer thuis zult gaan voelen, maar je bent nu verstandig en oud genoeg, dunkt me, om te begrijpen, dat je je nu anders moet gaan gedragen. Gelukkig was nu zooeven alleen die kleine Liesje er bij, toen je zoo ongemanierd hard lachte en daarbij je mond zoo ontzettend wijd opendeedt...."

De vrouwen zagen den steen van Jezus' graf . Lomp onbeleefd onbeschoft ongemanierd. Zonder fatsoen. ~Onbeleefd~ wijst aan, dat men de regels der wellevendheid uit het oog verliest. Het is ~onbeleefd~ een dame naar haar leeftijd te vragen. ~Ongemanierd~ zegt, dat men onbeleefd in zijn manieren, in zijn handelwijs is, zoodat men in den regel ergernis verwekt.

Hij klauterde ongemanierd langs de steile trap, ademde haastig, pletste met zijne warme vingeren op de vochtige trapleuning. Hij geraakte in zijne lage zolderkamer, bleef dwaas in het deurgat staan en staarde, met nuchtere verwondering naar de zwarte ekster, die aardig op den rand van den blauwen tabakspot te glariën zat. Zij roerde haren kop niet als hij hard-stappend binnentrad.

Het waren echte Bavianen, vol list en sluwheid, ongemanierd, uitgelaten, altijd zinnend op kattekwaad, en wel bewust, dat zij ons met hunne handelingen vermaakten. Toch was bij alle drie een verschil in karakter op te merken. Pavy, een mannetje, was zeer lieftallig, vleiend en buitengewoon aan ons gehecht.

In de spiegelvlakte der ruiten kon zij hem zien een sterken vent, hoog en goedgeschouderd, fatsoenlijk aangekleed. Ze vond hem deftig en struisch, bijaldien hij haar dan toch danig krenkend en ongemanierd scheen. Hij wilde niet in haar aangezicht blikken, hij deed alsof hij haar niet merkte, voortdurig echter achterblijvend, gedwee en koppig tevens. Hij heeft tijd te vele, meende Goedele.

Iedereen zei, dat hij een groot veldheer was en een even talentvol administrateur als geniaal bewindvoerder, dus moest zij dit wel gelooven; misschien bewonderde zij hem hierin ook wel, doch in den dagelijkschen omgang was hij vaak grof, somtijds ongemanierd en altijd despotisch; hij bracht haar moeder aan 't schreien, moest altijd op zijn wenken worden bediend en liet iemand zelfs in zijn slaapkamer niet met rust; zoodoende gevoelde zij voor hem niet de minste sympathie en was ze zelfs bang voor haar stiefvader.

Men had al byzonder ongemanierd moeten wezen of geen republikeinsche Amsterdammer om dit niet te begrypen. Toen Wouter weer tot bezinning kwam, stond-i op straat. De brommer was weggereden, met of zonder haar. Met of zonder die beide mannen. Dit wist-i niet. Maar 't bekommerde hem nu minder ... Zy had hem haar broeder genoemd, ernstig, plechtig, boekerig, kerksch... dit was hem genoeg!

Anderen Op Zoek