Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als nauwgezet historieschrijver had ik eigenlijk met dien uittocht moeten beginnen, want die is de noodzakelijke inleiding, het voorspel van de zeer vermaarde en onvergelijkelijke klucht, hoewel die oneerbiedige naam kwalijk voegt aan de gedenkwaardige jaarlijksche ontmoeting van Monseigneur Saint-Georges en zijn vijand, den draak van Wasmes.

Ook alweer 'n bloed-eigen zoon dus van m'nheer Kopperlith, mompelde de republikein. Wat die jongelui 'n rare manier hebben om hun nachten doortebrengen! De lezer begrypt dat-i deze oneerbiedige woorden niet luid worden liet. Al z'n hoorders wisten waar de "bloed-eigen" vader van die twee vagebondjes woonde, en dus: mondje-toe voor de Keizersgracht!

Het »sic transit gloria mundi" ruischt u hier te welsprekend tegen, dan dat gij het wagen zoudt met oneerbiedige luchthartigheid of onbetamelijken spot hen te naderen, die daar, verre van hun geboortegrond, den langen slaap des doods slapen; want ook uit die gesloten mond klinkt een woord en uit die ledige lijkkist een stemme, die u toeroept: »het is den mensch gezet eenmaal te sterven."

Ik zal haar een zachten toon doen voortbrengen, en in haar glinsterende oppervlakte, die grooter en helderder is dan duizend spiegels, zal ik mijn gelaat verven en poederen, en mijn haar opmaken." Eindelijk bereikte die ijdele en oneerbiedige vrouw het klokkenhuis, waarin de groote klok was opgehangen, op een tijdstip, waarop iedereen verdiept was in zijn heilige plichten.

Een Engelsch koopman verzekerde mij, dat een man, die een ander vermoord had, bij zijne gevangenneming en toen hem naar de reden van zijn daad gevraagd werd, antwoordde: "Hij sprak op oneerbiedige wijze over generaal Rosas; daarom doodde ik hem." Een week later werd de moordenaar in vrijheid gesteld, hetgeen zonder twijfel een daad was van de partij van den generaal, en niet van dezen zelf.

In dat huis waren toen ook die vreeslijke dagen gekomen storm-dagen met grauwe kou waar hij zoo dikwijls aan denken moest.... Negen jaar was hij toen.... Papa was weer naar "het Zuiden" gegaan ... en, plotseling, was hij daar gestorven..., heel onverwacht-gauw en plotsling ... vèr-weg ... en heel alleen.... Hij had het eerst niet willen gelooven, herhalend, in huilend roepen, dat het niet waar was, dat het zoo in-eens niet kon, zoodat ze 't hem eindlijk hadden moeten laten lezen in een brief.... O! Hij wist het alles nog precies: hoe hij toen had liggen huilen op den grond in de voorkamer, z'n gezicht in den voet van 't gordijn, en 't gevoeld had als een vreeslijke wreedheid en schande, dat zij met hun drieën daar maar geleefd hadden, en gelachen zeker ook wel, terwijl z'n vader ver-weg, alleen, lag te sterven.... Hij had z'n moeder niet durven aanzien, want die was de ergste...; waarom was ze niet meegegaan?... en den vorigen dag nog had ze met tante Marie over papa gefluisterd op een oneerbiedige manier.... Maar zelf had hij toch ook veel schuld, want hij had immers zoo dikwijls in 't geheim verlangd, dat er eens wat gebeuren zou, iets groots, iets waardoor alles anders worden zou.... Daar was het nu!...

En als ze dan toch de mutsenbanden schudt en zegt: "Ja, ja! de jeugd kan wel blij en luchthartig zijn; wij ouden moeten den last van 't leven dragen," dan zou al licht de oneerbiedige jeugd denken: "De oude ziel! waar heeft zij zich over te beklagen?