Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Op dit oogenblik weerklonk het geluid van naderende hoefslagen en omziend bemerkte hij een ridder, die in gestrekten draf vanuit de richting van het paleis hem achterop kwam rijden. Het was Heer Key. Toen hij de plek genaderd was, waar Gareth hem in alle kalmte opwachtte, riep hij uit: "Wat beteekent het, dat gij u op dit uur buiten het paleis bevindt?

De riemen, in evenwicht klaar gehouden, beten in het water, en de boot schoot weg. "Een mooi bed, kaptein", mompelde McCoy, omziend. "Ja, een mooi bed, en allemaal dank zij jou", was het antwoord. De drie booten hielden aan op het witte strand van fijngestampt koraal.

Dapper en vol zelfbeheersching, wees hij den Engelschen op een goeden dag de deur; toen omziend, om te zien, wie hem volgden, vond hij een ledig... Diegenen zelfs, die hem geraden hadden, hielden zich lafhartig schuil op het oogenblik van den strijd.

Onze Lieve Heer ziet dat van het tabernakel uit." Anneke, omziend met een vlugge beweging van 't ranke kopje: "Kan Hij dat werkelijk zien?" "Hij ziet en hoort alles, wat wij zeggen en doen; en wat wij denken, weet Hij." Weer wandelden zij voort in stilte. Zij waren buiten het dorp. De landweg werd mul en stoffig. De velden stonden er schraler. Hier zagen zij er armzalig uit.

"En hoe," vroeg het meisje, fluisterend en omziend, als vreesde zij dat eene of meer der andere dames hare vraag verstaan zouden, "hoe denkt gij over Lidewyde?" Emma vond het niet aangenaam, aldus geïnterpelleerd te worden, en aan het uitblijven van haar antwoord kon het vriendinnetje bespeuren, dat zij de maat te buiten was gegaan.

Toen de Hertog dan ook, een oogenblik daarna, ongedurig weer opstond, en, naar een gemakkelijker zetel omziend, zonder veel complimenten den stoel greep, waarop Van Stralen en Rob hun hoeden hadden uit de hand gelegd, sprong ook Rob op, nam den Hertog snel den stoel weer uit de hand, en legde de op den grond gevallen hoofddeksels weer op hun vorige plaats.

"Er komt onweer," zei Juda, omziend naar den hemel die strak was met jagende, indigo-blauwe koppen. "Onzin," zei Moppes. De arbeid ging met minder gepraat. Hes, de brillandeerder, bracht een vierkaraats-steen bij Juda, den baas, die 'm hield bij den kolet en in keuring bedraaide. "Gááf goed," zei hij knikkend. Eleazar keek toe.

De Boogh aan 't schreeuwen, vloeken, krijschen weer aldoor gedempt natuurlijk, telkens angstig omziend naar de deur ; hij schold, hij dreigde met politie en "de kast," vroeg of hij soms stapelgek was, Paul, of hij dan nou waarachtig dacht dat ze 'm niet in de ramen hadden, óf hij beklaagde zich, meer tot Louis gericht,'op kinderachtig-huilerigen toon, hield zich wanhopig.... Z'n goeie naam was weg! hij kon z'n zaken wel sluiten!... Louis, daar tusschen door, steeds met die houding die voor waardigheid moest doorgaan, deed zijn best minachtend-ijskoud, vlijmend scherp, venijnig hatelijk te zijn; hij hield zich ook alsof hij Pauls verhaal volstrekt maar niet naïevelijk zoo aannam, alsof hij overtuigd was maar 't niet wou zeggen, omdat het hem te min was dat Paul van middelen gebruik gemaakt had, waartegen hij, een degelijk heer-van-eer, een gentleman, niet op kon; listige foefjes van in zulke zaken doortrapte menschen, die daar den tijd voor hadden..., hij had wel andere dingen aan z'n hoofd....

Woord Van De Dag

kelderdeur

Anderen Op Zoek