Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Tante kwam ook half zinneloos in de keuken binnengeloopen en hief hare armen omhooge. Ze stotterde: 't Is zonde! En ze deed teeken, achter Madeleen's rugge, dat Goedele zou gaan en helpen. Goedele ging. Ze voelde hare voeten, al gaande, niet slaan op den vloer, en 't was alsof hare beenen automatisch voorttorten. Haar lijf hing naar voren.

Ze nam Seppie op, schudde hem boven haar hoofd, zoodat het beestje daar in de leegte, met luie pootjes, te slodderen hing. Ze knikte hem toe, smeet hem omhooge en grabbelde hem tegen hare borst vaste. Ze lei hem naderhand op moeder haren schoot terug, merkte hoe ze nu vol met haarkens was, langs hare schouders en op hare mouwen, en mummelde met pruilende lippen: Hatje! het leelijke jong!...

In 't heerlijk zonnenveld, dat donker wordt omhooge, en langzaam donkerder en dieper, staan ten tooge , geschreven, zwart op goud, een bende reuzen groot: het eindloos boomenvolk, in 't eindloos avondrood. Beziet mij haastig nu die schoonheid!

'k En rieke, alwaar men lieflijkheid van zalvende olie toebereidt, geen' aangenamer' roken als die, des zomers, vroeg en laat, daar 't distelt en vol blommen staat, de distelblommen stoken. Aanschouwt, op de oude toppen, hoe 't gevlugde zaad omhooge woedt, en waait voor alle winden, om ievers, daar 't geen ziele en zag, den vrijen hergeboortedag, onsterflijk, weêr te vinden.

't Getouwe kletsklakte, de vogels zongen en als de jonge vrouw buiten keek, zag ze hoe de wind heel de groeite en heel dien bloesem kwam verwemelen en leven doen: al de kleuren mingelmangelden dooreen, dansend en neigend de stengels en de bloemen daarop: 't rood van de rozen boven 't wit van de leliën en 't purper van de vette pioenen met gevezel van bladeren die den reuk opjoegen en 't bloemenstof, omhooge in 't goud van den zonnezomerglans.

Ze vertrapten de zaadzware hoofden der halmkens. Uit een laag korenveld rees in noesche vlucht een leeuwerik omhooge. Zij stonden seffens te luisteren naar zijn heerlijk getater en keken op, hem navolgend tot tegen den schitterenden hemel. Hij kwetterde maar gedurig en steeg met stage verduldigheid. Ziet ge 'm nog? Wacht ... ja ... ja.... Langs die luttele watte ginds.... Ik zie hem!

Hij nam een kruidnagel met zijn duim en zijn wijsvinger en hief dien omhooge, profijtelijk: 'n Volle mate voor vijf centen!... Kijk nu toe! Zoo donker als de nacht en zoo sappig als de lente! Ge moogt kijken, madameken, en betasten ook... Alla-alla-de! een dozijn groffels voor 'n jong huishouden.... Goedele bloosde, en Ameye moest den dwerg afwijzen met een strengen blik.

De vogels zijn gevlucht, de takken breken; verloren is de stemme mij gegaan!–De winden spreken. Wanneer ben ik U naast, o God, of verst, dat wilde ik weten: wanneer ik mij, in 't donker kot, vernibbele , aan de keten; of dan, wanneer ik henentie en vliege, schier vermeten, naar 't licht, dat ik zoo geren zie? o God, dat wilde ik weten. 'k Heb overal mij zelven meê, omhooge en aan de keten!

Omdat ze niet spreken kon, niet uitschreeuwen al wat in haar kop zich ophoopte, schoot plots een vreeselijke woede op naar heur hoofd en begon daar te gloeien. Hare handen grabbelden naar een stoel, vatte dien, als ware hij pluimlichte, bij de sporten en, in blinde gramschap, hief hem omhooge om met lawaaierig geweld hem tegen den vloer te werpen. Hij stortte met een sterken slag neere en brak.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek