United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja, het was Hulda Hansen, die daar het Universiteitsgebouw was binnengetreden. Het arme meisje kon van aandoening niet overeind blijven. Zij zou gevallen zijn, als Sylvius Hog haar niet met krachtigen arm ondersteund had. Ja, dat deed de waardige professor. Hij ondersteunde de heldin van dit feest, die evenwel haren Ole Kamp daarbij miste!

Het karretje kon toen niet verder dan een twintig passen van het huis verwijderd zijn. Zou het stilhouden, of.... voorbijrijden? Ieders hart klopte bijna hoorbaar. Het karretje stond stil. Men hoorde iemand roepen.... Het was niet de stem van Ole Kamp! Bijna op hetzelfde oogenblik werd op de deur geklopt. Joël stond op en opende haar. Een man stond op den drempel.

»Omdat zij niet meer in het bezit van het loterijbriefje is, dat haar verloofde haar vermaakt heeft?" »Ik heb dat verlangen niet te kennen gegeven, maar Ole Kamp, mijnheer Benett, en aan u, evenals aan alle anderen, die mij daarnaar vroegen, antwoord ik: Men moet den laatsten wil van stervenden steeds uitvoeren." »Goed gezegd, professor." »Is dat uwe meening?"

Hij schoof op zijn stoel heen en weer en was zoo bleek, alsof hij een aanval van zeeziekte had. Het derde meisje trok een cijfer en hief het ten aanschouwe van allen in de hoogte. »Negen!" kondigde de voorzitter met zijne eentonige stem aan. »Negen!" herhaalde de secretaris even onverstoorbaar. »Negen!" Negen!.... Dat was het eerste cijfer van het loterijbriefje van Ole Kamp!

En.... luister... of en wanneer zoo iets ooit gezien is, weet ik niet: maar gij zult een professor in de rechtswetenschappen, een afgevaardigde bij de Storthing op de bruiloft zien dansen als den best uit de kluiten geschoten lummel van geheel Telemarken!" Allen, die deze betuiging hoorden, klapten in de handen van de pret. Maar, hoe had professor Sylvius Hog het wedervaren van Ole Kamp vernomen?

Tot zijne en tot aller groote droefheid, bevatte dat antwoord van den heer Help Junior niets anders dan zeer onbepaalde aanwijzingen, en de professor kon zijne teleurstelling niet verbergen tegenover de jongelieden, die hem met tranen in de oogen aanhoorden. De Viken had inderdaad Saint Pierre-Miquelon verlaten op den door Ole Kamp in diens laatsten brief genoemden dag. Dat was ontwijfelbaar.

Men maakte de opmerking, dat de kansen aanmerkelijk vermeerderd waren voor al de nummers, voorkomende tusschen één en negen duizend negenhonderd negen en negentig. En het briefje van Ole Kamp voerde, zooals men weet, het getal 9672. Het ontging de algemeene aandacht niet dat Sylvius Hog onrustig begon te worden.

Hij had Hulda en Joël bij hunne geboorte gedoopt, had ze zien opgroeien en had hen lief, evenals hij Ole Kamp, dien »jonge zeewolf," zooals hij hem noemde, liefhad. Niets deed hem meer genoegen dan dat huwelijk, en waarlijk deze vereeniging was wel geschikt om de geheele streek van het Vestfjorddal in feestelijke stemming te brengen.

Op dat terrein, waarop de professor de quaestie heel handig verplaatst had, kon hem vrouw Hansen onmogelijk het hoofd bieden. Zij zweeg dan ook wijselijk. Daarenboven was zij als echte Noorweegsche, wel ietwat bijgeloovig, en angstig boog zij het hoofd, alsof Ole Kamp op het punt was vóór haar te verschijnen.

Zijne voetstappen waren weldra niet meer waar te nemen, verdoofd als zij werden onder het ontluikende loof der boomen, dat het pad begon te belommeren, hetwelk langs den bergstroom voerde. Een deuntje, dat hij lustig floot, werd evenwel nog lang vernomen. Hulda beschouwde nog steeds den brief van Ole en scheen niet gehaast te zijn den omslag open te maken. Daar was wel reden toe. Men bedenke toch.