Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Quinten stond met geweld van zijnen zetel op, en zich met fierheid tot de non keerende, sprak hij: "Zuster Ursula, er is noch smid, noch tapissier, noch schilder, die eene pomp maken zal gelijk de pomp, die Quinten Massys op de Handschoenmarkt gemaakt heeft!

De prins van Oranje koos Charlotte van Bourbon tot zijne gemalin; dat hij tegen den raad zijner vrienden de voormalige non huwde, haalde hem de vijandschap van vele vorsten op den hals.

Hij kwam naderbij, en toen de non opeens het hoofd naar hem toewendde, hem door de kijkgaten van haar masker een blik toewerpend, twijfelde hij er geen oogwenk aan wie zij was. "Waarom zulk een somber costuum?" vroeg hij. "Is dit costuum niet het teeken der onschuld?" "Zeker maar ook beteekent het: afstand doen van de liefde!" "En waarom zou ik daarvan geen afstand doen?"

"Laten we weggaan, laten we weggaan van hier!" herhaalde hij, terwijl zijn tanden van vrees in zijn mond klapperden. "Wat heb je gezien?" "Op het dak...dat moet de non wezen die 's nachts gloeiende kolen ophaalt!" De distinguido stak zijn hoofd naar buiten, en wilde zien. Er flikkerde weer een bliksemstraal, en een vuurader doorkliefde de lucht. Een afgrijselijke knal volgde.

Aldus is het verhaal in Boutens' Beatrijs: Een zeer reine en volmaakt aan God en Maria overgegeven non leidt in een klooster een begenadigd leven. Ze is een ideëele figuur van zieleschoonheid, welke, als in haar volmaakt-natuurlijken vorm, zich in lichaamsschoon heeft gehuld.

Dit gerucht groeide gedurig meer en meer aan, en bij pozen verhief het zich in een hevig gejuich. Er kwam een non aankondigen dat er een grote menigte volks voor de poort stond, dat zij onophoudend schreeuwden dat zij de gulden ridder zien wilden. De deur der zaal open zijnde, klonk het gejuich verstaanbaar in de oren der ridders "Vlaanderen de Leeuw! Heil onze verlosser! Heil, heil!"

Doch wat daarvan zij, zeker is, dat wij hier een proza hebben, het vroegste in onze literatuur, waarvoor wij de schrijfster, begijn, non of abdis, dankbaar moeten zijn.

»Non ist wentus, zoo als de advocaten zeggenantwoordde de kleine man, terwijl hij 't hoofd schudde en een buitengewoon sluw gezicht zette. »Heb je wat te handelen, van avond?« »Vanavond nietzei de Jood, zich omkeerend. »Ga je naar »De Kreupelen« Faginriep het kleine mannetje hem na. »Wacht! ik wil daar wel een slokje met je drinken

Dag aan dag heeft hij daar boven gezeten en zwijgend naar het groene eiland in den Rijn gestaard, waar de non Hildegonda elken morgen in den kloostertuin tusschen de bloemen wandelde. Soms scheen het hem, alsof ze zich groetend boog en dan werd het bleeke gelaat van den ridder door het avondrood van het vroeger stralende geluk opgeklaard. Daarna werd hem ook dit geluk ontnomen.

De moeder, die reden niet kennende, had verstaan, dat de wijze, waarop de printen geschilderd waren, voor leelijk en slecht door de non beoordeeld was geworden. Zij was even binnen de deur harer woning, wanneer haar zoon haar reeds toeriep: "Welnu, moeder, wat zegt men er van?"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek