Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Zijn trots was bevredigd, en de ledigheid in zijn hart, het gebrek aan liefde, door Nitetis aangevuld. Voor de eerste maal in zijn leven geloofde hij volkomen gelukkig te zijn, en strooide hij zijne geschenken uit, niet omdat dit een koning van Perzië voegde, maar omdat hij werkelijk met vreugde gaf.
Nitetis nam het geschenk dankbaar aan, en drukte het meisje een kus op het voorhoofd. Daarop beklom zij de triëre, die haar wachtte. De roeiers begaven zich aan den arbeid, en hieven het keleusma aan. De zuidenwind vulde de zeilen, en ten tweeden male weêrgalmde de lucht van een duizendvoudig »Ailinos", ten afscheid.
Ik, de vader, en Ladice, de moeder, moeten wel het best weten, wie ons kind is. Wij beiden noemen Nitetis onze dochter; wie zal durven beweren dat zij het niet is? Wil Phanes aan een anderen vijand dan de Persen de zwakke punten van ons land verraden, laat hem zijn gang gaan; ik vrees niemand.
Zij bemerkte dus den rijkgekleeden man niet, die met uitgerekten hals door een venster in het vertrek gluurde, waar Nitetis bedroefd nederzat. De gestoorde en, zoo hij meende, op heeterdaad betrapte spion, wendde zich aanstonds tot het meisje, en riep met krijschende stem: »Wees gegroet, schoone Mandane!"
»Ik vrees niets, want ik verlang volstrekt niet naar eene kroon. Maar buitendien zijn er verschillende Perzische koningen geweest, die eene minder aanzienlijke vrouw dan mijn Sappho tot moeder hadden. Ik weet zeker, dat mijne bloedverwanten mij niet laken zullen, wanneer ik hun het kleinood toon, dat ik aan den Nijl gevonden heb." »Mocht Sappho slechts onze Nitetis gelijken!
»Waarlijk," riep Bartja, nadat Nitetis den fijnen, met bonte linten versierden ring, zonder een enkele maal te missen, minstens voor den honderdsten keer met haar dun ivoren staafje had opgevangen, »dit spel moeten wij ook in ons land invoeren. Wij, Persen, denken geheel anders dan gij, Egyptenaars. Al wat nieuw en vreemd heet, is ons even welkom, als het bij ulieden gehaat schijnt te zijn.
Nitetis verwaardigde zich niet, hem met een enkel woord te antwoorden, en trad met een kloppend hart het vertrek van de moeder des konings binnen. Voor de vensters hingen gordijnen van groene Indische zijde, die de heldere stralen der middagzon temperden, en in het vertrek een, voor de oogen der blinde weldadig schemerdonker verspreidden.
Toen Nitetis zijn dreigen met een zacht spottend lachen beantwoordde, ontzag hij zich niet zijn dolk naar haar te werpen.
Nitetis, de onschuldige oorzaak van al deze treurige verwikkelingen, had, sinds den geboortedag van den koning, onbeschrijfelijk smartelijke uren doorleefd.
Honderdmaal nam zij zich voor, alles overeenkomstig de waarheid te bekennen en Nitetis te redden; maar telkens behaalden de begeerte om te blijven leven en de vrees voor den dood de zege over haar zwak hart. Beleed zij, wat zij gedaan had, dan was haar dood zeker, en het leven was haar nog zoo lief, het graf was haar zulk een gruwel, zij hoopte nog zooveel van de aarde!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek