Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
"Vriend Ned," zei Koenraad, "wat kan het den Nautilus voor kwaad doen? Zal dat schip ons onder water aanvallen? Zal het ons onder in zee beschieten?" "Zeg eens, Ned," vroeg ik, "kun jij zien aan welke natie dit schip behoort?" De Amerikaan trok de wenkbrauwen samen, kneep de oogleden op elkander en de oogen half dicht, en keek eenige oogenblikken zoo scherp als hij kon naar het schip.
Volg slechts mijne redeneering." "Ik ben geheel gehoor, kapitein." "Toen ik het toenemend gewicht wilde berekenen, dat ik aan de Nautilus geven moest om haar dieper te doen zinken, behoefde ik slechts acht te geven op de vermindering in volumen, welke het zeewater ondergaat, naarmate men dieper in zee daalt." "Dit is duidelijk," antwoordde ik.
Ik bleef tot zes uur 's morgens op het plat, zonder dat de kapitein mij scheen gezien te hebben. Het schip hield op anderhalven kilometer achter ons, en met het krieken van den dag opende het opnieuw zijn kanonvuur. Het oogenblik kon niet ver meer af zijn, dat de Nautilus zijn vijand zou aanvallen en mijn makkers en ik den man, dien ik niet durfde beoordeelen, voor altijd zouden verlaten.
"Moeilijk, kapitein, want het jaargetijde is reeds te vergevorderd om te verwachten, dat het ijs nog zal losgaan?" "O, mijnheer de professor," antwoordde kapitein Nemo op spottenden toon, "gij verandert nooit! Gij ziet slechts hinderpalen en moeilijkheden! Ik verzeker u daarentegen, dat de Nautilus niet alleen los zal komen, maar ook nog vrij wat verder gaan."
Hij stelde mij dus iets voor, waar ik in het geheel niet verdacht op was; het was: den kapitein duidelijk deze vraag te stellen of hij dacht ons voor onbepaalden tijd bij zich aan boord te houden. Zulk een poging stuitte mij tegen de borst; volgens mijn meening zou het niets uitwerken; wij behoefden niet te rekenen op den kapitein van den Nautilus, maar op ons zelven.
En indien ik mij niet bedrieg, dan staat het ijs van deze bank, dat onder water is, tot dat wat er boven uitsteekt als vier tot één?" "Bijna, mijnheer. Als deze ijsbergen éen meter boven water uitsteken, dan zijn zij drie meter ingedompeld; omdat nu deze ijsbergen niet hooger zijn dan honderd meter, zijn zij maar drie honderd meter diep onder water. En wat is drie honderd meter voor den Nautilus!"
Ik wilde eens zien in welke richting de Nautilus voer en ging naar den salon; wij liepen met verbazende snelheid naar het noord-noordoosten, op een diepte van vijftig meter.
"Er overheen, mijnheer?" antwoordde kapitein Nemo bedaard, "neen, niet er overheen, maar er onder door!" "Er onder door!" riep ik uit. Plotseling trof mij een denkbeeld, dat mij het geheele plan van den kapitein openbaarde. Ik had hem begrepen. De wonderbare hoedanigheden van den Nautilus zouden hem in deze bovenmenschelijke onderneming wel te hulp komen!
Gedurende vier dagen, dus tot 3 Februari, doorkliefde de Nautilus de zee van Oman met verschillende snelheid en op onderscheiden diepte. Het vaartuig ging onzeker voorwaarts, alsof men aarzelde welken weg te kiezen, maar het kwam nimmer over den kreeftskeerkring uit. Toen wij die zee verlieten, hadden wij een oogenblik Mascate, de belangrijkste stad van Oman, in het gezicht.
Een werk gaf mij zelfs een juiste tijdsbepaling aan de hand, namelijk een, dat in den loop van 1865 verschenen was, waardoor ik kon opmaken dat de reizen van de Nautilus tot geen vroeger tijdperk opklommen; derhalve had kapitein Nemo zijn onderzeesch leven eerst sedert drie jaar begonnen. Overigens hoopte ik dat nieuwere werken mij dien tijd misschien nog nauwkeuriger zouden kunnen aanwijzen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek