Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Zeker was het dat hij overijld op de vlucht had moeten gaan en zich op nieuw in zulk een goed verborgen schuilplaats had moeten verbergen, dat hij aan de nasporingen van de agenten der Engelsch-Indische politie kon ontsnappen. De Nana verloor in den nacht van den 6n op den 7n Maart geen uur.

Balao Rao, oudere broeder van Dandou-Pant, doch nauwlijks een jaar, geleek hem lichamelijk sprekend, maar ook geestelijk was het Nana Sahib volkomen. Dezelfde haat jegens de Engelschen, dezelfde sluwheid in zijne plannen, dezelfde wreedheid in de uitvoering, dezelfde ziel in twee lichamen. Gedurende den geheelen opstand hadden de twee broeders elkander niet verlaten.

De nabob hield zijn paard in en riep met luide stem, de hand naar den voortsnellenden trein uitgestrekt: »Ga en zeg den onderkoning van Indië, dat Nana Sahib nog altijd in leven is en dat hij dezen spoorweg, dat vervloekte gewrocht hunner handen, in het bloed der veroveraars zal verdrinken!"

»Maar, twee dagen te voren, toen Nana Sahib vernam, dat de koninklijke troepen de rivier Pandou-Naddi waren overgestoken, besloot hij de laatste uren zijner heerschappij door gruwelijke moordtooneelen voor eeuwig in het geheugen te griffelen. Tegenover de veroveraars van Indië scheen hem alles veroorloofd!"

Twee mijlen verder passeerde hij ongezien het kantonnement der Engelsche troepen, die buiten Aurungabad gelegerd waren. Een paar honderd schreden verder bleef hij staan, keerde zich om, stak zijn verminkte hand naar de stad uit en uitte deze woorden: »Wee hen, die nog in de handen zullen vallen van Dandou-Pant! Gij Engelschen, uw rekening met Nana Sahib is nog niet vereffend!" Nana Sahib!

Uit overmaat van voorzorg, liep hij een twintig schreden ver in de laan, die de richting volgde van de as des tempels, doch niets verdachts opmerkende, liet hij een gefluit hooren, om Nana te waarschuwen dat de weg vrij was.

Den 24n April was Nana Sahib te Bhilsa, de hoofdplaats van een belangrijk distrikt van Malwa en daar, te midden van de bouwvallen der oude stad, verzamelde hij bouwstoffen voor den opstand, die de nieuwe hem niet zou verschaft hebben.

Weldra werd de duisternis verlicht door een Hindoe, die een kleinen lantaren in de hand droeg. »Geen licht!" zei de Nana. »Ben jij het, Dandou-Pant?" antwoordde de Hindoe, die dadelijk zijn lantaren uitdoofde. »Ik, broeder!" »Is.....?" »Eerst iets te eten," antwoordde de Nana, »dan zullen we praten. Maar noch om te praten, noch om te eten heb ik licht noodig. Neem mijn hand en geleid me."

Geheel onbewust, zou de hand van Kâlagani hem naar de woeste streek der Vindhyas geleiden en eenmaal daar, zou niemand hem aan het vonnis kunnen onttrekken, dat de haat van Nana Sahib hem bereid had. Balao Rao wist nog niets van hetgeen tusschen den Bengali en zijn broeder gesproken was.

En dat was gelukkig, want hij zou onmiddellijk den bungalow verlaten hebben. Dit had Banks mij medegedeeld, alvorens mij in deze woning voor te stellen, waar de vreugde voor altijd verbannen was en ziedaar ook de reden waarom elke zinspeling op den opstand der Sipayers en den wreedsten hunner aanvoerders, Nana Sahib, moest vermeden worden.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek