Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Kolonel Munro meende, dat Cawnpore niet veilig was en de feiten hebben later zijne voorgevoelens maar al te zeer gerechtvaardigd. »De afdeeling werd toen gekommandeerd door den generaal Sir Hugh Wheeler, een rond en braaf soldaat, die weldra het slachtoffer der listige handelingen van Nana Sahib moest worden.
Doch, alvorens iets te ondernemen, moest hij zich in het land vestigen, teneinde, naargelang de omstandigheden het medebrachten, op de bevolking te kunnen werken. Het was dus van het hoogste belang een veilige schuilplaats te zoeken, voor het oogenblik althans, om haar in geval zij verdacht mocht worden, te verlaten. Dit was de eerste zorg van Nana Sahib.
Maar alles sliep toen in het praalgraf, priesters en bedevaartgangers, en de Nana kon zich bewegen zonder door lastige vragen verontrust te worden. Evenwel was het niet zoo duister, dat dit granietblok, het onneembare fort van Daoulutabad dragende en zich midden in eene vlakte tot eene hoogte van twee honderd veertig voet verheffende, zijn ontzaglijk schaduwbeeld aan de blikken kon onttrekken.
Nana Sahib behoefde dus niet door Adjuntah te gaan, waar de afkondiging van den gouverneur reeds aangeplakt moest zijn. Bijgevolg bestond er voor hem geen vrees herkend te worden.
Inderdaad was het niet onwaarschijnlijk, dat sir Edward Munro nog eenigen twijfel koesterde omtrent den uitslag dezer laatste worsteling tusschen Nana Sahib en de agenten der Engelsche overheid. Had hij gelijk tegenover hetgeen overtuigend bewezen scheen? De toekomst zal het ons leeren.
Deze man, gewoon zich in deze donkere schuilplaats te bewegen, had spoedig eenig voedsel gevonden, brood, een soort van pastei, bereid van kippenvleesch, dat veel in Indië gegeten wordt, en een kalbasflesch met een halve pint met die sterke likeur, bekend onder den naam van »arak," verkregen door de distillatie van het sap van den kokosnoot. De Nana at en dronk zonder een woord te spreken.
Zooals Balao Rao gezegd had, wachtten hun drie paarden op den weg op, onder de hoede van den Hindoe Kâlagani, een getrouwen dienaar van Dandou-Pant. Deze paarden waren verborgen geweest in een dicht bosch, een mijl van het dorp af. Het eene was bestemd voor den Nana, het andere voor Balao Rao, het derde voor Kâlagani en even daarna galoppeerden alle drie in de richting van Adjuntah.
Het was de afkondiging, nu reeds meer dan twee maanden oud, die een prijs stelde op het hoofd van den nabob Nana Sahib en zijne tegenwoordigheid in het presidentschap van Bombay bekend maakte. Banks en Hod maakten onwillekeurig een gebaar van teleurstelling. Tot nog toe was het hun gelukt zoowel te Calcutta als onder de reis, te beletten dat deze afkondiging onder de oogen van den kolonel kwam.
In het begin van dit jaar had Nana Sahib, anders genoemd de nabob Dandou-Pant, die bij Cawnpore zijn verblijf hield, zich naar Delhi en daarna naar Lucknow begeven, met het doel ongetwijfeld de sedert lang voorbereide omwenteling te bevorderen. En werkelijk barstte korten tijd na het vertrek van den Nana de oproerige beweging los.
'k Heb, om me mijn doel te doen bereiken, gerekend op de toevalligheden der reis en op de hulp van God! 'k Heb gelijk gehad! God heeft me voor deze aankondiging geleid! In het noorden moeten we Nana Sahib niet meer zoeken, maar in het zuiden! Welnu! 'k Zal naar het zuiden gaan!" Onze voorgevoelens hadden ons dus niet bedrogen! Het was maar al te waar!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek