Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 november 2025


Menige mannewang verbleekte, menig vrouwehart kromp ineen bij de gedachte, dat de schriktonelen die ze zo weinig tijds geleden hadden aanschouwd, gedurende de naderende nacht konden worden herhaald. Onverwachts was die dreigende overval echter niet.

"Ween niet, moeder!" zeide Ludwig, haar naderende, schoon zij hem terugstootte: "ween niet en vergeef mij mijn harde woorden: ik zou die nooit gebruikt hebben, zoo uw verwijtingen ze niet hadden uitgelokt. Ween niet en vergeef mij wat ik in drift gezegd heb.

Het paard, aan den struik, hinnikte zachtjes.... Van den weg, die, beneden de grazige heuvelen, zijn stoffigen slinger tusschen de helling verloor, klonk een gezang aan van naderende stemmen. Het was een zacht sereene hymne, die in den jeugdigen morgen als naderde uit het Oosten, waar de nog vochtig omfloerste zon rees.

"Kleine gekkin!" sprak hij, en streek haar zacht liefkoozend over hare lokken. "Maar, nietwaar Nelly, het is toch heerlijk, dat ik zoo gelukkig ben?" Zij lachte door hare tranen heen en verliet toen schielijk het vertrek. Buiten klonk het eerste rollen des donders van het naderende onweer in den zwoelen nacht.

Wee den reiziger, den rondzwervenden inboorling of de karavane, die door het prairievuur wordt overvallen: meestal zijn zij verloren, tenzij het hun gelukken mocht het gevaar vroeg genoeg te zien om, of een niet met gras bedekte plaats te vinden, of, voor zich uit, in de richting van den wind, ook eene plaats in brand te steken ten einde daar straks, als de naderende vlammen zijn aangekomen, op het inmiddels kaal gebrand terrein eene schuilplaats te vinden.

Voor den winkel van mijnheer Vermaat, den tabaksverkooper over de Munt, houdt hij eindelijk weer stil. Mijnheer Vermaat heeft hem een bestelling gedaan met het oog op de naderende Paschen. Hij is nog een oud vriend van Stargardt uit die dwaas-opgewonden dagen van »gelijkheid en broederschap" en zelden zal hij verzuimen een praatje te maken, als Franciscus komt venten.

Een troep langzaam voorttrekkende ruiters naderde het kamp. Zij werden zonder vrees en met blijde nieuwsgierigheid ingewacht. Door de verrekijkers had men bespeurd, dat zij blanken, dus vrienden waren. Eenige mannen, waaronder Uijs en Maritz, zadelden hun paarden, en reden de naderende ruiters te gemoet. Op omtrent een mijl afstand van het lager kwamen de ruiters bij elkander.

Vijf minuten later was het rijtuig met mevrouw d'Ablong op weg naar de woning van Elsje's grootmoeder. De oude vrouw stond haastig van haar stoel op, toen ze het geluid van naderende wielen hoorde. Met bevende hand schoof zij het gordijntje op zij, om beter langs den weg te kunnen zien.

Tot dan had hij peinzend en droomend zijnen weg vervorderd; maar nu hoorde hij eensklaps het gerucht van naderende stappen, en bemerkte daarop eenen ouden man, die in allerhaast en met zekere teekens van ongeduld tot hem geloopen kwam.

Ofschoon Hendrik op uitdrukkelijk verlangen van mijnheer en mevrouw Helmond, hen eerst had aangemeld, zoo was er toch bij hun binnentreden op Van Barnevelds gelaat, terwijl hij langzaam opstaande het naderende echtpaar een paar schreden tegemoet ging, een uitdrukking te bespeuren als van iemand die niet recht weet wie hij de eer heeft.... te zien, of aan welke omstandigheid hij een onverwacht, maar daarom nog juist geen aangenaam bezoek is verschuldigd.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek