United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik huiverde toen ik den wagen besteeg. Maar te blijven in dit kleine gehucht.... Het was ondoenlijk. De verveling grijnsde er mij tegen. Wij gingen. Davus, zwijgend, mende. Wij aten, onderweg, in den wagen. Telkens regende het, striemden de regenstralen. De weg was een lang, lang moeras van modder.... Davus, zeide ik; de avond valt: wij moeten spoedig onze halte naderen....

De windstilte duurde voort en reeds begonnen de roeiers vermoeid te worden, toen zij opeens bij een landtong het konvooi onder een lichten bries met gebraste zeilen zagen naderen. Onmiddellijk beval meneer Sawbridge het roeien te staken en zich onder afwachting voor den aanval gereed te maken.

De voetpaden wemelen van burgers zoowel als van soldaten, en bijtende spotternijen, krenkende woorden worden van beide zijden gewisseld. De mariniers naderen van de zijde der kaaien; nabij het Tolkantoor is de kavalerie opgesteld. Twee kanonnen staan bij het havenhoofd, een derde beschermt den toegang tot het Statenhuis.

Zeg mij, wilt gij, dat ik dale? Nadert Lancelot? riep Guenever in hooge vervoering. En naderen Gawein en de anderen? Nadert zelfs Koning Assentijn en nadert zelfs de princesse Ysabele? En zoude Guenever versagen? Neen, Merlijn, zij en versaagt niet meer, nu Lancelot haar ontzetten komt! Te Camelot, wees des gewes, blijft Guenever!

Moordenaars!" gilt en grijnst nu de teedere maagd, die nog slechts van het vreeselijk tooneel op den zolder getuige was, en vliegt langs de prachtige bloemperken een viertal huzaren te gemoet die haastig naderen, met den hun opgedragen last om dit nest uit te roeien met al het "schurftgebroed" dat zich er in bevindt. Nu houden ze stand.

Vol bewondering houdt hij het vogelken in 't oog en daar het van boom tot boom vliegt, volgt hij het immer na. Zoo brengt het hem tot bij een kluis, die met een gouden draad is afgespannen. De draad opent zich bij het naderen van den monnik en sluit zich achter hem weer dicht.

Toen zag Jo een grooten, roodharigen jongen haar hoekje naderen, vreezende, dat hij van plan mocht zijn haar te vragen, sloop zij gauw in een aangrenzend kamertje, dat door een gordijn was afgeschoten, in de hoop ongestoord te kunnen kijken en zich zoo amuseeren.

Toch zoû Aventure den burcht van Endi nu naderen, want alleen, alleen zoû Gawein wederomme en ten tweedenmale Assentijns burcht moeten nemen: Amadijs zoû hem van nut en noode niet en zijn.... En hij zeide tot zijn schildknaap: Wellieve knape, aanzie!

De vijanden begonnen voorzichtig den burcht te naderen. Zij hielden zich verborgen achter breede planken, die op lage wielen stonden en waarin eene breede gleuf was, die dienen moest, om de pijlen door te laten, die zij straks op den burcht zouden afschieten.

En niemand kon loochenen, dat er eenige overeenkomst bestond tusschen de gedachte, welke haar naar hare penseelen deed grijpen, en het lied der arme linnennaaister die bezig was haar eigen doodshemd te zoomen. In weerwil van Emma's ijver was de teekening nog in lang niet voltooid, toen zij een welbekenden voetstap de deur harer kamer hoorde naderen.