Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Want Sparrman zegt, dat een slaaf die goed mennen en rijden kon 500 Rkds. kostte. Een, die pas van Madagascar kwam, kostte van 100 tot 150 Rkds. Het gewone voedsel der slaven bestond uit rijst en vooral uit veel vis. Dat was een zeer goedkoop voedingsmiddel, daar b.v. onder W. A. van der Stel steeds een gedeelte der slaven bezig was om vis te vangen voor hun lotgenoten.
Weldon te paard en de ondankbare kleine Jack, met zijn geweer aan den schouderriem, zette zich schrijlings, zonder er zelfs aan te denken den man te bedanken, die zulk een uitmuntend rijdier te zijner beschikking stelde. Jack, vóór zijn moeder geplaatst, zeide haar toen dat hij het "paard van den mijnheer" zeer goed mennen kon.
B. v. aan Minnenga en Minning met het half versletene Minnigh; Minnema, Minnesma, Minnes, Minnens en Minnen, Menninga, Mennenga, het versletene Mennega, Menninck, Menningh, Mennes, Mens en Mennen. Eindelik van de verkleinformen Menke en Minke nog de geslachtsnamen Menkema, Van Menkema en Menken met Menko, Menke, Minkema en Minks.
De jonge knaap vroeg nu in zijn onverstand, dat het hem zou worden toegestaan, één enkelen dag den vurigen wagen te mogen mennen. Apollo keek zeer ernstig. "Zelfs de andere goden kunnen dat niet doen," zoo sprak hij. "Zeus zelf zou het niet durven beproeven. Ik bid u, vraag een ander geschenk."
Mijne makkers wilden haar achtervolgen: maar de kameelen lieten zich niet zoo gemakkelijk mennen, en in dien tusschentijd was de vrouw ons te vlug af; zij nam de vlucht, terwijl zij alles wegwierp, uitgezonderd het kleine kind, dat zij in hare armen had. Zoo gelukte het haar, te ontkomen.
Hij nestelde zich, de groote jongen van zeven jaar, tegen haar borst. Zeg eens, Ben, is er iets wat je verlangt? Wil je niet iets moois van moes hebben? Neen, dank u. Bijvoorbeeld een wagentje met een klein paard, een heuschig paard, een poney. Dan kan Herman je leeren mennen. Ach neen, dank u! sprak hij op een toon, als verveelde zij hem een beetje.
Was het alleen storm of waren het...?? Kom, Davus! zeide ik ruw. Word helder. Eet eerst wat en ga dan naar bed. Wat heb ik aan een knecht, die bezwijmt om donder en weêrlicht, zoo dat ik zelf moet mennen... De postmeester liet de buffels uitspannen, stalde mijn wagen, borg mijn bagage. Hij had eén kamer, voor mij en Davus.
Uilenspiegel antwoordde: Baas, in dit seizoen waarin alle beesten minneziek zijn, wie anders dan de zeug, de ezelin, de veers en de ooie mennen den beer, den ezel, den stier en den ram? Hij maakte zich buiten, doch hij mocht niet meer binnen. Het was in de Grasmaand, de lucht was zoet, doch nadien begon het te vriezen en de hemel zag grijs als op Allerzielen.
Nu elk, gelijk voorheen verwaande Phaëton, Die trotsche voerman van de kleppers van de zon, Of als Salmoneus, die den Dondergod braveerde, De zweep in handen neemt, schoon hij nooit mennen leerde. "Heerlijk! fraai gezegd!" riepen allen om strijd. "Nou!
Doña Victorina heeft bij haar valsche krullen en haar "Andaloezisme" als men ons het woord veroorlooft nog de nieuwe gewoonte gevoegd, om zelf de paarden van haar rijtuig te mennen, terwijl ze Don Tiburcio dwingt om stil te zitten. Daar er ten gevolge van haar zwak gezicht verscheidene ongelukken voorvielen, draagt ze tegenwoordig een bril, die haar wonderfraai staat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek