Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
Langzamerhand was het in de stad leeg geworden, en de menigte, die de aanwijzingen van de hoofden der aanzienlijke families volgde, had zich verspreid naar den kant van de hermitage van Sint Eugenius, waar men reeds jongleurs, zangers, dichters, muzikanten, en danseressen had bijeengebracht, die alle rijk gekleed waren.
Voorop kwam de Muschir, zijn sikkelstok hanteerende, als een echte tamboer-majoor. Hem volgden de muzikanten, als om strijd musiceerende, doch niet naar noten en niet in harmonie en in de maat, maar ieder naar zijn eigen zin. Na dezen kwamen de helden, ieder in een houding, alsof hij een Roland of Byard in moed en kracht overtroffen had.
De kaïd wachtte den minister op eenigen afstand van zijn woning af en leidde den ambtenaar op statige manier naar zijn huis. Si Sadok Djeloeli is een der bekendste persoonlijkheden van Sfax en een der sympathiekste. Hij liet ons door een zaal gaan, waar muzikanten veel rumoer maakten. Er wachtten danseressen op divans het einde van den maaltijd af, om daarna een uitvoering van haar kunst te geven.
Ziet, daar worden de kaarsen opgestoken straks zullen de hooge gasten binnentreden. Reeds komen de muzikanten. Maar er is nog meer te zien. Gaan wij achter het tooneel in die beide kamers. In de eene vinden wij herders en herderinnen, boeren en boerinnen, visschers en geniussen; allen verkleede dienaars van den Prins of tot deze gelegenheid gehuurd.
Dieven!" anderen, vrouwen en kinderen schreiden, banken en toeschouwers rolden tegen den grond, te midden van de algemeene verwarring en 't lawaai. Wat was er voorgevallen? Twee guardia civiles waren met een stok in de hand de muzikanten te lijf gegaan, om de voorstelling te doen eindigen.
De veldwachter blies op zijne lont; de muzikanten brachten hunne speeltuigen aan de lippen. Wie werd hier dan afgewacht? Een nieuwe burgemeester? De gouverneur? De koning? In de verte kwam eene opene koets als een bankwagen, met twee paarden bespannen, op stillen draf aangereden. Voor zooveel men zien kon, zaten daarin twee mannen, twee vrouwen en eenige kinderen.
Tusschen twee kleine hôtels gaat de weg naar de ruïnes; overal gidsen, gegalonneerde jongens van Cook; muzikanten, die op cithers dwepen; bedelaars als oude gentlemen in onmogelijk gelapte jassen; kinderen, de billen uit den broek, of alleen in een hemd, die een stukje steen oprapen en je naloopen met: antiche, antiche....: een aplomb, waar je altijd weêr om lachen moet....
Geen schilder, wanneer gij in zijn atelier komt en gij zegt iets van zijne of eens anders schilderij, hetzij juist of minder juist, zou de onbeleefdheid hebben van te zeggen: "Ik geloof niet dat mijnheer veel oog op de kunst heeft". Geen auteur, voor wien een fatsoenlijk mensch zijn gedachten uitbrengt over een roman, een gedicht, of een vertoog, zal hem durven vragen: "of hij eigenlijk wel smaak en gezond oordeel heeft". Maar de muzikanten!
Ik zou in 't belang van menschen zoo als ik, die betalender wijs binnenkomen en aan de kibbelarij geen aandeel hebben, wel aan de bewoners en de muzikanten willen zeggen: "Plaagt elkander niet langer, want: "Waar twee personen kijven, Met boosheid zwaar vervuld, Daar zal het waarheid blijven: Zij hebben beiden schuld." Dit tusschen twee haakjes, nu vervolg ik de voorstelling.
Een staaltje daarvan schetst hij in zijne ontmoeting met arme muzikanten: "Ik heb uitgaande en zelfs thuiskomende nog van mijn armoedje hulp verleend, en het was mij een bitter genoegen daarbij als het ware tot God te zeggen: Zie, hoe ik handel. O 't is wreed!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek