United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Edward amuseerde zich in Amsterdam, hij ging veel uit, maakte nieuwe kennissen, kwam van den een bij den ander. Dien avond op Bernards kamer was hij bijna voortdurend aan 't woord. Hij had 't over Mimi en over andere meisjes, die hij ontmoet had in de laatste weken.

Mimi kon onmogelijk meer loopen: ze moest in het rijtuig worden gedragen. Tijdens het rijden leed zij vreeselijk onder de schokken. Maar het laatste, dat bij vrouwen sterft, de ijdelheid, overwon ook nu nog die pijnen: twee of driemaal liet zij het rijtuig voor mode-magazijnen stil staan, om naar de étalages te kijken.

Maar Lize klampte hem weer aan. "Maar, meneer Bandt, hoe vindt u dat nou: meneer van der Hoeven beweert dat Mimi van Keppel rood haar heeft." "Wel nee!" zei Bernard, "'t is rossigblond, niet rood! Rood is heel anders." "Nou! dat zeg ik ook!.... hoort u 't, meneer van der Hoeven!" En Bernard's gedachten in eens weer naar Mimi. Hij zag haar weer zitten. Hij vond haar profiel heel mooi.

Zoo'n bal was als een betoovering, hij zou 't misschien voor een droom gehouden hebben, als hij niet aldoor had gevoeld dat vreemd-zware in zijn ziel, die lekkere beklemdheid, meegebracht uit die balzaal. Daardoor wist hij dat 't alles werkelijkheid was, Mimi en die handdrukjes en dat dansen.

Sedert Rodolphe met het werk begonnen was, nam de voortgang ervan al de gedachten van Mimi in beslag. Dikwijls ging zij vlak bij den schrijvenden Rodolphe staan, keek over zijn schouder en zeide dan heel ernstig: "Nou, en hoe staat het met mijn japon?" "Wees maar gerust hoor, er is al een mouw klaar!"

En, in zijn droomen, daar was in eens Mimi weer en zijn verbazing, dat hij weer in zooveel tijd niet aan haar gedacht had. Toch was hij nog verliefd, was er nog een doffe klopping in zijn keel en in zijn polsen als hij dacht aan haar.

Na den dood harer moeder gaat Mimi naar 't buitenland, later is ze onderwijzeres aan de Arnhemsche kweekschool; ter wille van haren vader mijdt ze D. D. Maar als deze armer en verlatener dan ooit in Duitschland rondzwerft gaat ze naar hem toe, om tot het einde toe met en voor hem te leven.

Hij herinnerde zich nu ook weer Mimi, en dat hij den heelen ochtend niet dan in de bijna wegschemerende verten van zijn innerlijk bestaan met haar was geweest, en door den drukken morgen was zijn geestesleven opgewekt tot zoo groote intensiteit, dat hij haar in eens weer zag precies zooals hij haar voor 't eerst had gezien, met dat pikante, dat verlokkend-uitdagende, en was zijn zenuwachtige energie zoo toegenomen, dat hij er geen weg mee wist en een oogenblik ernstig van plan was haar morgen een visite te gaan maken en de geschiedenis door te zetten.... haar te vragen....

Mimi was een bekoorlijk en mooi wezentje, dat de plastieke en poëtische sympathieën van Rodolphe op bijzondere wijze bevredigde. Zij telde toen twee-en-twintig zomers, was klein, tenger gebouwd en grappig-ondeugend.

"Ik ben niet van plan te gaan," zeide Mimi en vroeg, toen ze zag, dat Amélie bezig was toilet te maken, of zij naar het bal ging. "Ja", antwoordde de ander. "Met Rodolphe?" "Ja, hij zal me vanavond op twintig pas van het huis wachten."