Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


«Je spreekt naar je verstand! Zie je dan niet, dat ik vastgebonden ben?» «Ik ben niet vastgebondenzei de vlieg en vloog weg. «Ja, nu ken ik de wereldsprak de mestkever. «Het is een booze wereld! Ik ben de eenige fatsoenlijke man op de wereld! Eerst weigert men mij gouden schoenen; vervolgens moet ik op nat linnen liggen en in den tocht staan, en eindelijk dringen zij mij nog een vrouw op!

Ik kom uit den stal van den keizer; maar niemand daar, zelfs niet het lievelingspaard van den keizer, dat toch mijn afgelegde gouden schoenen draagt, beeldt zich zoo iets in. Vleugels krijgen! Vliegen! Ja, maar nu vliegen wijEn hierop vloog de mestkever weg. «Ik wil mij niet ergeren, maar erger mij tochzei hij onder het wegvliegen.

«Wat is de wereld toch schoonzei de rups. «De zon is zoo warm, alles zoo vergenoegd! En als ik eenmaal in slaap val en sterf, zooals zij het noemen, dan ontwaak ik als een kapel.» «Wat verbeeldt je je welzei de mestkever, «als kapel rond te vliegen?

De volgende dag verliep zeer aangenaam, de daarop volgende ook nog al; maar den derden dag moest hij reeds op voedsel voor zijn vrouw, misschien zelfs wel voor zijn kinderen bedacht zijn. «Ik heb mij laten misleidendacht de mestkever; «er blijft mij dus niets anders over, dan ze ook te misleidenZoo gezegd, zoo gedaan!

«Onze zoonsprak een andere moeder, «was, zoodra hij uit het ei gekropen was, ook dadelijk in de weer; het is alles leven en vuur aan hem! Hij loopt zich de horens af! Welk een vreugde voor een moeder! Niet waar, mijnheer de mestkever?» «Je hebt beiden gelijkzei de mestkever; en nu verzocht men hem, de kamer binnen te treden, zoo ver hij namelijk onder de potscherf kon komen.

Hier werd de mestkever in een ouden, halfgebroken klomp gezet, daarop werd er een stokje voor mast ingestoken, en aan dezen mast bond men den mestkever nu met een wollen draadje vast. Nu was hij schipper en moest zeilen. De vijver was zeer groot, den mestkever scheen het een oceaan toe, en hij verwonderde zich daarover zoozeer, dat hij op zijn rug viel en met zijn pooten lag te trappelen.

Al spoedig daarop viel hij in slaap, en nu droomde hij, dat het lievelingspaard van den keizer doodgevallen was en hem zijn gouden hoefijzers gegeven en de belofte gedaan had, zijn andere twee pooten ook te laten beslaan. Dat was zeer aangenaam. Toen de mestkever wakker werd, kroop hij te voorschijn en keek eens in het rond. Welk een pracht heerschte er op den mesthoop!

«Ik vraag nooit tweemaalzei de mestkever, nadat hij reeds driemaal gevraagd en geen antwoord gekregen had. Daarop ging hij een eindje verder en stiet nu op een potscherf, die daar wel is waar niet had moeten liggen, maar zooals zij lag, gaf zij een goede beschutting tegen weer en wind. Hier woonden verscheidene familiën van oorwormen; deze hadden geen hooge eischen, alleen gezelligheid.

De mestkever vloog op en door een openstaand raam van een groot gebouw; daar viel hij mat en moede neer op de fijne, zachte manen van het lievelingspaard van den keizer, dat in den stal stond, waar het te huis was, evenals dit met den mestkever het geval was. De mestkever klampte zich aan de manen vast, zat een korten tijd doodstil en kwam wat tot kalmte.

Er kwam een mestkever aankruipen. «Eerst de grooten, dan de kleinenzeide hij; «maar in de grootte alleen zit het hem nietEn daarbij strekte hij zijn dunne pooten uit. «Wat moet je hebbenvroeg de hoefsmid. «Een gouden hoefbeslagantwoordde de mestkever. «Och, je bent zeker niet wijsriep de smid uit. «Wil je ook een gouden hoefbeslag hebben

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek