Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Toen Merlijn terug in de zaal keerde, na den vertrekkenden uitgeleide te hebben gedaan, vond hij Gwinebant, den neef der koninginne, misnoegd zitten in een zetel en Lancelot bezorgd voor hem staan. Wat is er, wellieve vrienden? vroeg Merlijn; en waarom volgt gij niet alle de anderen van Tafel-Ronde?

En zij zetten de trompet op een tafel van rooden goud en Merlijn, zeer eerbiedig, als neeg hij voor vorstelijkheid, boog. En beschreef toen een statigen boog met staf. En het was of de trompet even trilde...... En toen sprak, met Koning Arturs stemme: "Hoor mij, Gawein, mijn neve!

Want nu gij van de Karre tot aller onzer blijdschap zijt verlost, is het mijn plicht u, na Galehots boodschap van Koning Artur, dat hij booze zoude zijn omdat gij vergeet van het Scaec, zijne eigene koninklijke stemme hooren te doen! Hoe dat, Merlijn!? verbaasde Gawein. Van zoo verre als Camelot ligt van Endi, zoudt gij kunnen mij Koning Arturs stemme doen hooren?

Vgl. het merkwaardig stuk van NAP. DE PAUW in Ned. Museum, 1879. Lekensp., B. III, c. 3, vs. 969 vlgg. Melib., 55-58. Oudvl. Lied. en andere Ged., bl. 268. DE VREESE, a.w. bl. 24. Alex., vs. 6, 29; Merlijn, 6 vlgg.; Troyen, 24-26; Rijmb., I, 73 vlgg. Proloog v.d. Lekensp.; M.e.V. Heim., vs. 25 vlgg.; KAUSLER, Denkm., III, bl. 215. S. Amand, II, 5333 vlgg.; Tien Plaghen, 30-33; Sp. der Zond.

Allerlei motieven, toestanden, namen in zijn werk zijn aan vroegere werken ontleend; namen als SIBILLE, MORANT, JONET, EVAX, FROMOND vinden wij terug in het verhaal van koningin Sibille, in den Lancelot en den Merlijn, in de Lorreinen, den Lapidarius van bisschop MARBODEUS van Rennes.

Nog terwijl deze zich voor zijne reis gereed maakte, kwam Merlijn, de grijze toovenaar, tot den koning en vertelde hem, dat de jonkvrouw, die met het zwaard aan het hof was gekomen, eene booze, valsche vrouw was. Zij had een minnaar gehad, met wien zij nachtelijke samenkomsten hield in een eenzaam priëel in het park van haren vader.

Ysabele nam dit dankbaar aan en kwam tot Camelot. En Merlijn, die wel eens aan kwam zweven op blauwen fenixvogel, maakte, dat de beide koninginnen iederen nacht droomden van hare Koningen en dat er twee wondertrompetten stonden op tafel, de eene vol van Koning Lancelots milde, diepe stem, de ander vol van Koning Gwinebants nachtegaalklaar geluid.

Keye, om den azuur gewiekten fenixvogel, die stond op het grasplein, hinkte, oplettende, en telkens luid lachende rond om het enghien. Tooverië! riep Keye. Tooverië! Staal is de vogel en zijde, juweel is zijn kop en zijne oogen zijn diamant en hij snort en snorkt als hij oprijst, wen Merlijn hem drijft het geluchte in! Hij snort en snorkt door tooverië! En wie er aan twijfelt, gaat Hellewaart!

Gawein zal het zich konden. Wat het zal zijn? Ik denk: een Zwevende Scaec, als het de laatste male reeds was. Komt, lieve vrienden, deze nacht in mijn burcht, om ons te beraden! De ridders beloofden het, blij om de samenzwering. Zij beloofden malkanderen op handslag geheim te houden, dat Merlijn het te gebeuren Aventuur zoû bereiden.

Mijn zoete trawanten! fluisterde naar de lucht, links en rechts, Merlijn. Mijn trouwe dienaren uit de lucht!

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek