Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
"Ik wilde juist een kop thee drinken, maar gij," wendde zij zich tot Tuschkewitsch, "ga eens met Mascha naar den crocket-ground zien, daar, waar ik het grasplein heb laten aanleggen.... Zoo zullen we den tijd hebben met elkander nog wat vertrouwelijk te praten, we'll have a cosy chat, niet waar?" sprak zij weer tot Anna gekeerd en drukte haar lachend de hand.
God van Hemelrijk geve u eere! riep hij luid, terwijl hij, pralende in gracielijke samaar van rood sindaal, zijn lokken zwart, zijne brauwen gelijk schorpioentjes opstekende hun scherpe tangetjes en zijn cierlijke baardje geknipt met felle punt, over het grasplein naderkwam.
Men koos er, bij meerderheid van stemmen, de Keurmans of bestierders en rechters; men beraadslaagde er over de gemeene zaken, men bracht er zijnen jaar- of maandpenning in den Gildenschat, men vierde er doopen, huwelijken en uitvaarten. Voor de deur, te midden van een grasplein, stond de hooge wip, om met hand- of kruisboog naar den gaai te schieten.
De verbazing van Ivanhoe was grenzenloos, toen hij zijn meester met bloed bespat zag, terwijl zes of zeven gesneuvelden op het kleine grasplein uitgestrekt lagen, waar het gevecht plaats had gehad. Niet minder verwonderd was hij, Richard omringd te zien van zoovele menschen, die vogelvrijverklaarden, en dus een gevaarlijk gevolg voor een Vorst schenen te zijn.
Hij bereikte ook spoedig een open grasplein, aan welks overkant zich een steile rots verhief op een zacht hellende vlakte, en den reiziger een grijzen en verweerden kruin vertoonde.
Het was de toovervogel van Merlijn, den toovenaar en Merlijn zelve bereed hem en zat in het gouden geveêrte van den hollen rug en richtte hem en wendde hem naar believen, tot het zwevende tooverdier met zwierige drijfvlucht in den ronde neêrdaalde in het vergier, op leêg grasplein en toen, trillende, stille stond. Merlijn steeg af en naderde hoofsch groetend de ridders.
Zij gaven er niet om, of Helios het breede grasplein van de Maliebaan met golvende vlammen verschroeide; of hij ieder blaadje boven haar hoofd met een gouden biesje omzoomde; of hij hoog omhoog in de takken der boomen van de Jacoba-laan een triumflied aanhief als alverwinnend dagvorst; zij zagen naar de menschen, die op en neer dwarrelden en, schoon zelven niet uitmuntend door eigen goeden smaak, wisten ze onophoudelijk het vernietigendst oordeel over het kostuum van anderen uit te spreken.
Keye, om den azuur gewiekten fenixvogel, die stond op het grasplein, hinkte, oplettende, en telkens luid lachende rond om het enghien. Tooverië! riep Keye. Tooverië! Staal is de vogel en zijde, juweel is zijn kop en zijne oogen zijn diamant en hij snort en snorkt als hij oprijst, wen Merlijn hem drijft het geluchte in! Hij snort en snorkt door tooverië! En wie er aan twijfelt, gaat Hellewaart!
Een groote ruimte, in het midden van dit grasplein, scheen vroeger toegewijd te zijn geweest aan de godsdienstplechtigheden der Druïden; want op den top van een heuvel, die zoo regelmatig van vorm was, dat hij door kunst opgericht scheen, stond nog een gedeelte van een kring van ruwe, onbewerkte, ontzaglijk groote steenen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek