United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen vroeg hij haar hoe zij zich na het feestje bevonden had, en vertelde haar de praatjes die hij op den klappieklepper van Florjan was te weet gekomen, al dat gewauwel van nijdige menschjes, welke hun spijt uitzabberden in vuilen achterklap. Ze viel hem in de rede. Het docht hem dat ze niet eens geluisterd had. Ernest, sprak ze, hebt ge goed nagedacht over wat gij zijt .... en wat ik ben?

Zoo hij ze had kunnen lezen, zouden ze hem een denkbeeld hebben kunnen geven van de afmetingen der menschelijke belangen, zouden zij hem hebben kunnen vertellen van de fundamenteele behoeften en van de dingen des levens, zooals de kleine menschjes dit tenminste opvatten. Eerst kwam er een gloeiende T. Toen volgde er een U. Toen P.

Een voor een zouden die reuzen moeten vallen en het moeten afleggen tegen die venijnige menschjes, die nu zoo klein langs hun voeten kropen; met donderend dreunen zouden die stammen en kronen ter aarde vallen, zoodat men in de kampong Tobelo aan het rommelen van een aardbeving zou denken.

Het is een bekoorlijk gezicht, al dat jonge goedje midden in het blinkend voedsel. En moeilijk zich te verweren tegen de betooverende voorstelling, dat daar voor onze oogen het Leven groeit, korrels uit de aarde, menschjes uit de korrels, in een overvloed die, onuitputtelijk, altijd-door zich vernieuwen zal. De schijn is zoo schoon! Maar de werkelijkheid ligt geheel anders, er naast.

Warrend stond het nu op den warrenden vloer van de waterkolken. Lang was er nog lichting geweest in de westelijke lucht, glimmering van dag die niet weg wil gaan, en roode vlammetjes had hij dolen gezien langs Tangers weggeslorpt strand, menschjes die den weg met lantarens zoeken door het lage leven.

Ook haar ouders waren vriendelijke menschjes: vader, een guitig gezicht, altijd vroolijk en zeer jong van hart nog; moeder soms een beetje pruttelig en brommerig, over "den nieuwen tijd" zooals ze 't noemde, waarin de jonge meisjes veel te veel van luxe en schoone kleeren hielden; maar toch ook dadelijk weer opgewekt door de aanstekelijke vroolijkheid van vader, lachend-hoofdschuddend om zijn voortdurende grappen en heel innig in den grond op hem gesteld, hem koesterend en verzorgend met teedere, haast moederlijke liefde.

'k Zat maar te luieren in een schommelstoel, recht door mijn raam kijkend in den stijven kippenloop der straat, kalkwit in de zon, en naar de menschjes die als puuletjes scharrelden in het licht, weinige en dan nog maar even, want 't was heet.

Stilzwijgend kusten zij elkaar op de lippen, en hielden elkaar nog een oogenblik omklemd. En toen, terwijl zij voortdurend trachtte haar lichaam dicht bij het zijne te houden, gingen zij hand in hand op weg om te trachten het veilige kamp der zonen van Cossar te bereiken, vóór de hen achtervolgende menschjes hen achterhaalden.

Kéa! wij zullen haar verliezen: en wij hebben haar zoo noodig; zij is rijk, en geeft veel verkwikkinkjes aan ons, vromen in den lande. Wij leven grootendeels van haar; de kruike is voor ons niet verzegeld gebleven, en ons deel was een Azers deel, vol vettigheid en vol zoetigheid. O mij is bange, mij is zeer bange: wij, vrome menschjes, zullen bekend worden.

Zij zijn Adam en Eva en met hen begint alles. Frédérique lachte zacht, vreemd ontroerd door zijne woorden. Ik vind ze heel aardig met elkaâr, vervolgde Paul; hoewel je me moet toegeven, dat ze eigenlijk oppervlakkige menschjes zijn. Bij geen van beiden zit veel. Georges is een goede verstandige jongen, daarmeê is alles gezegd.... Goed en verstandig, dat is toch al veel! sprak ze nadenkend.