United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je weet, Kéa, hoe de zaakjes tusschen ons staan? dat mijne ziel aan uwe ziele kleeft; dat heb je immers bij bevinding hertje. Wij moeten haar houden, kind. Ofschoon gij mij tot een gouden vat verstrekt, zij is echter een aarden vat, dienstig tot ons gebruik. Is het zoo niet, liefstetje! Wees toch nooit meer jaloersch. Och! jij hebt geen reden daartoe: ik heb mijn deeltje aan u; dat heb ik, och ja!

Later heeft de Kea de gelukkige ontdekking gedaan, dat in de nabijheid van de woonplaatsen der kolonisten zich gewoonlijk een voor hem toegankelijke vleeschbewaarplaats bevindt. Zeer ingenomen met deze uitmuntende inrichting, die hem de gelegenheid opent om zonder moeite vleesch te krijgen, doet de Kea thans zijn best om van deze voorraadschuren partij te trekken.

Kéa! wij zullen haar verliezen: en wij hebben haar zoo noodig; zij is rijk, en geeft veel verkwikkinkjes aan ons, vromen in den lande. Wij leven grootendeels van haar; de kruike is voor ons niet verzegeld gebleven, en ons deel was een Azers deel, vol vettigheid en vol zoetigheid. O mij is bange, mij is zeer bange: wij, vrome menschjes, zullen bekend worden.

De edele man is in doodsangst en schrijft zijn even nobele vriendin het volgend briefje: Zusje Lief! Ik ben tweemaal vergeefs aan uwe woning geweest. Ik ben doodsverlegen. Daar ben ik bij haar geweest en heb haar zoo dobbend, en in zulk een afgezakten staat gevonden, o Kea!

Het door den Kaka bewoonde gebied omvat een groot deel van de westelijke Nieuw-Zeelandsche Alpen van den voet van het gebergte tot aan de grens der hoogstammige wouden; dat van den Kea daarentegen is beperkt tot een tusschen 1500 en 2000 M. hoogte gelegen gordel van de Zuidelijke Alpen, van waar hij slechts gedurende strenge winters naar lagere oorden verhuist.