Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Wanneer men de brieven der geesteliken aan hun superieuren leest, of aan vorsten, of de grafschriften over hen, dan ziet men pas goed, hoe de kruipende beleefdheidsvormen van het Roomse keizerdom in het ootmoedige ceremonieel der monniken en de onderdanige politiek der kerk overgegaan zijn; terwijl de briefschrijver de geadresseerde overstroomt met titels als »Uwe Voortreffelikheid", »Uwe Grootmoedigheid" en »Uwe Genade": kruipt hij zelf in elkaar als »mea parvitas" en »mea humilitas". En wanneer men de geestelike kronieken leest, ziet men overal de gebogen nek van de monnik, die 't liefst zijn eigen mening onder stoelen en banken steekt, of in elk geval slechts vage en voorzichtige woorden over de machtigen op aarde uiten durft en van de panegyriën der antieke rhetoren over hun keizer en Maecenas, heeft hij een hoogdravende en opgemaakte stijl van zijn lofzanger geërfd, die 't eerst in de officiële »Vitae" der heiligen aangewend werden, maar langzamerhand op de wereldlike grote Hansen en mondaine onderwerpen overgebracht werd.

Het valt op dat niet alleen de historicus, maar ook misschien mag men zeggen de doorsnee-Nederlander vaak een vrij duidelijk omlijnde mening heeft over het onderwerp dat ons bezighoudt. Dat blijkt telkens, bijv. uit "Ingezonden brieven" in diverse kranten. Over het algemeen is men van oordeel dat de kerken gezwegen hebben, met name als het gaat om de Rooms-Katholieke Kerk.

H.H. Kuyper, wel voorzitter van "Deputaten voor de correspondentie met de hoge overheid", maar zoals al eerder opgemerkt dit Deputaatschap had tot nu toe weinig betekend; zo mocht men slechts antwoord geven, "als de overheid naar de mening van de kerk vroeg in een bepaalde zaak, indien de synode zich althans over die zaak had uitgesproken."

Ik wil alleen konstateren, dat de mening, dat de Heren Zeventien hun best hebben gedaan om het Frans te doen uitsterven in de kolonie, geheel verkeerd is. Het stierf een natuurlike dood door het feit, dat de Fransen maar één zesde van de totale bevolking uitmaakten.

Op zich zelf waren goud en eer niets voor hem, alleen voor zoo ver ze hem dienstbaar konden zijn aan de uitvoering van zijn vroom plan, waarop God naar zijn mening met welgevallen nederzag.

Als voor deze mening enige grond aanwezig was, dan moet die natuurlik kunnen gevonden in de zeer lage prijzen voor de noodzakelikste levensbehoeften en klederen in die tijd. Laten we daarom even nagaan, hoe 't met deze prijzen stond. Henning Husing had in 't begin der eeuw een kontrakt voor vijf jaren voor de leverantie van vlees aan de Kompanjie en de burgers.

"De Rector Magnificus was van mening dat het bordje mocht blijven hangen. Er hingen er al zo veel in Nijmegen. De burgerij zag het toch als een teken van overmacht." Mgr. de Jong was het daar niet mee eens: Als Wij Ons niet vergissen, zijn de katholieke studentenverenigingen van Wageningen en Nijmegen de enige die nog bestaan.

Is zijn mening, dat wij onder onze eigen Kommandant zullen blijven, en slechts als hulptroepen met hem Hendrik Potgieter zullen volgen, als hij tot leider verheven wordt?" »Ja, oom Koos, dat is mijn mening. Ik wil geen ander dan mijn eigen Kommandant als mijn hoofd erkennen. Maar mijn beschouwing is, dat wij hier zijn gekomen om te helpen, niet om de wet voor te schrijven.

't Was onze vriend Frans van Staden, die nu het woord nam. »Vrienden," zei hij, »dertig jaren geleden, toen ik bij zekere gelegenheid ook mijn woordje wilde bijdragen, werd mij toegevoegd: »De jongeling zwijge in de gemeente." Sedert die tijd ben ik ouder geworden, en ik verbeeld me, dat ik nu oud genoeg ben om ook mijn mening uit te spreken; want ik verzeker u, mijn eigen mening heb ik.

Maar meneer Potvlieghe, of meneer Spittael, of meneer De Vreught waren, niettegenstaande hun onbetwistbare gehechtheid aan de koninklijke familie, wel eens de meer verspreide mening toegedaan dat men beter de penningen van 't land aan de beschaving van Midden-Vlaanderen zou besteden, en allen mengden zich van lieverlede driftig in het hoger en hoger opgalmend gesprek, totdat Eulalie, die vuurrood en mokkend het schouwspel bijwoonde, eensklaps luid zuchtend haar plaats verliet en met de op komische toon herhaalde uitroeping 'Ach Here! ach Here!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek