Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Lebaudy's nummers 1 en 2 dateeren van 1902 en 1904, brengen het tot 11 meter in de seconde en kunnen een voorraad benzine meenemen, om het, met drie personen in het schuitje, vijf uren in de lucht uit te houden.
"Fritsje," zeî hij, "loop eens gauw naar mijn huis, mijn jongen; ge zult er een suikerkransje voor hebben; en roep mijn Johan en mijne dochter, de vrouw van Struwing, eens, en zeg hun, dat zij eens komen overloopen, want dat die gauwdieven, die Fransozen, mij nu ook wel zouden kunnen meênemen naar hun godvergeten land, gelijk zij 't vroeger al met mijn vijfjarig bruintje gedaan hebben."
Verder moet gij een kleinen steen meenemen, een druppel water en een schaar en op het oogenblik, dat ik u zeg, dat ge ze neer moet werpen, moet gij mij dadelijk gehoorzamen anders zijt gij verloren."
In zijn verbazing zonk de schaapherder op de knieën en als in een droom hoorde hij de koninklijke gestalte in het midden zeggen dat hij uitkiezen mocht wat hij wilde en het mocht meenemen.
Als je van me hieldt, zou het kunnen. Ik zou je meênemen, ik zou voor je zorgen, je zou mijn vrouw zijn, En ik zou je ongelukkig maken! weende zij.
Bezit ik niet meer dan genoeg om mij te troosten, al was het maar alleen met dat juweel, dat ik in mijn vestzak kan meenemen en mij tegen alle ongeval kan behoeden?" "Dat's ook een dwaling, John Watkins," hernam Jacobus Vandergaart op kort afgemeten toon.
Ze sloeg met Wouter een der paden in, die in den omtrek van Amsterdam de paden genoemd worden, en dan ook niets zyn dan dat. Wie daar wandelt moet leeftocht van indrukken meenemen om zich niet te vervelen. Nu, dáárvan had onze Wouter voorraad! Hy had Femke zóóveel te zeggen, dat-i byna niet spreken kon.
Meênemen doe 'k je niet; waarom zouden de molenaarsvrouw en Fieken zich over je ergeren?" Hij klimt nu weêr op den wagen en rijdt zachtkens naar huis. Niet ver van den molen maakt hij den molenaar wakker, spreekt hem moed in en zegt: "Molenaar! ga rechtop op den zak zitten, ik help er u straks af." De molenaar richt zich op en zegt: "Ik bedank u wel, mijnheer de baljuw!"
„Kristenen-zielen, Mevrouw! wat ziet ie er verloopen uit; hij is effetief aan den scharrel geweest, dat kun je hem aanzien,” zei Jaantje, terwijl ze naast mevrouw in de gang staande den teruggekeerden vagebond oplettend beschouwde. „’k Zal ’m maar eerst meenemen naar de keuken en eens een goed vet zeepsoppie geven, want uwee avontuurt, dat ie niet alleenig terugkomt.
De neger had die uitlating aan zijn meesteres oververteld, en daar ze den papegaai niet kon meenemen, ontdeed ze er zich op deze wijze van. Hij heette Loulou. Zijn romp was groen, de punt van zijn vleugels roset, zijn kop blauw en zijn borst goudkleurig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek