Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 mei 2025


Ze deden nu elk eenen kant van de straat en vulden de mate overhands. Binst dat Manes bij den winkelier den koop besprak van een petrolvat, haalde Treite de gestolene kloefen van onder 't laatste zandhoopje en bond ze onder de kar met een touw aan den as tusschen de wielen. Wanneer gaan we nu eten krijgen? hervroeg de kerel altijd bij zichzelf.

Zoodra wij binnen kwamen, rezen Dionyzius en de sombere Manes op; zij traden Charis te gemoet, die met mij, haar arm om mijn nek, nader trad en ook verrast en bekoord om zich heen blikte, aan hoeveel de dochter van den schatrijken Menedemus ook gewoon was.

Manes vertelde hem ernstig voort van handelszaken, doch Treite vatte er den zin niet meer van en had geen moed nog te antwoorden. Hij zwom in een lustigen roes die hem dreef om te lachen, te zingen en welgezind zijn luide leute los te laten.

Neen 't, de wind zit Oost. Treite en wist niet waar Manes zijne wijsheid haalde, maar hij geloofde hem geern, 't ware anders wel jammer geweest moest het nu weeral regenen als hij voor een enkelen keer zoo zachte op zijn vigelante over de bane reed.

Treite draaide den arm al onder weg en gooide den zak over de ton, hij zelf hoorde den lichten plof Manes merkte niets. Aan de derde lanteern moet ik er af. Tot de naaste reis. Lijk we gezegd hebben, jongen. Manes hield de honden in en Treite wrocht met moeite de beenen uit de kar.

Maar de beenen en armen en borst waren bij Manes zoo stevig uitgegroeid en zijne vloeren kleeren zwabbelden nu zoo los om dat forsig lijf van den zwierigen vent, en hij had ook zoo'n kloeken neus en zijne oogen stonden zee stout en diepe in den kop. 't Was hem dan ook al meêgevallen en hij scheen om 't geluk geboren, meende Treite.

Hier in mijn onderlijfzak ... en Treite telde 't geld in Manes' hand. En in de andere zakken? 't Is hier al?! Niets, mijn ziele 't ia al! Overtasten jongen.

Manes kenden zij, maar den ander met zijn kreupel been, bekeken zij en begonnen met halfluide woorden en slimmen monkellach den raren Ko te begekken. Treite bleef onverschillig liggen staroogen en nu zijn buik zoo wel gevuld was, voelde hij zich goed en liet de kerels begaan.

Maar dan kwam eene zware zandkar met vier groote honden bespannen uit de poort van een stapelhuis rijden; een groote kerel mende 't span naar buiten, sprong boven op de vracht en reed voort. Manes! schreeuwde Treite. De kerel keek op en zocht in de bende. Ha, Treite den Bemmel! en hij wenkte met den arm.

Manes haalde zijn pijpken uit den mond om luide te lachen. Dan was 't gevonden jongen, ik kende een nieuw stielken: ik haalde door heel de stad al de ijdele tonnen uit de kelders en rolde ze naar de brouwerijen en de stuivers rolden in mijnen zak, Treite! en bier op den hoop toe, zooveel ik lustte! Ge zijt alzoo rijk man geworden, Manes?

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek